Woensdag 24 november 2004 – Rossie en Burrie
Eerlijk is eerlijk: het is echt een prachtige vogel! Ik ben niet zo’n twitcher, race niet door Nederland achter al dan niet zeldzame vogels aan, maar Scheveningen is vlakbij en al mijn vogelmakkers meldden me enthousiast dat de Ross’ meeuw een fraai schepsel is.
Een Ross’ meeuw is een kop kleiner dan een kokmeeuw, heeft de vlugge, sierlijke en wat rukkende vleugelslag van een stern, slanke en lange vleugels, een wig aan de staart en een opvallend roze buik en borst. Vooral door dat laatste kenmerk was de vogel vandaag snel op te pikken tussen de andere meeuwen die rond het Zuider- en Noorderhavenhoofd vlogen. Ik heb eerst een tijd op de zuidelijke pier gestaan en daarna op de noordelijke, de vogel liet zich daar nóg beter zien.
De Ross’ meeuw (Rhodostethia rosea – Ross’s Gull) vliegt vlak langs hengelaars op het Noorderhavenhoofd.
En klopten al die opgetogen verhalen? Jawel! Zo’n volwassen Ross’ meeuw is zelfs in winterkleed een zeer elegante vogel, levendig, leuk om naar te kijken. Een aantal keren naderde hij tot op enkele tientallen meters. En net als de afgelopen dagen waren er weer talrijke vogelaars. Geen wonder, want een Ross’ meeuw komt helemaal uit de hoogarctische gebieden van Siberië en Amerika en laat zijn snavel slechts zeer zelden in ons land zien, zo om de vijf à tien jaar dwaalt er eens eentje af en dan meestal nog een jonge vogel ook.
Op de pieren zaten veel paarse strandlopers (zo’n 130) en steenlopers (ca. veertig). Boven rustende paarse strandlopers (Calidris maritima – Purple Sandpiper, above) en onder een foeragerende steenloper (Arenaria interpres – Ruddy Turnstone).
De Ross’ meeuw is vernoemd naar zijn ontdekker in 1823, de Schotse marine-officier James Clark Ross die de vogel in de Hudson Baai aantrof. Deze Ross ontdekte in 1831 de magnetische noordpool. Ook de Rosszee en het Rosseiland staan op zijn naam. Verder heeft hij ook de Zuidpool verkend. De Ross’ gans, die sterk op een sneeuwgans lijkt, is naar een andere Ross genoemd, namelijk de huidenkoopman Bernard Ross. Die zorgde dat opgezette Ross’ ganzen in musea terechtkwamen. De Ross’ gans was begin vorige eeuw vrijwel uitgestorven, door bescherming heeft de vogel zich kunnen herstellen.
Het was vandaag prima uit te houden op de havenhoofden, doorlopend zon en weinig wind. In de verte trokken vogels als (roodkeel)duikers langs. De grote burgemeester die al een tijdje bij de haven rondhangt, vloog eenmaal voorbij, het ruime sop kiezend. Een ‘grote burrie’ werd geroepen want zoals overal waar gelijkgestemde mensen bij elkaar komen, ontstaat jargon. Zoals ‘een blako op de mavla’, betekent een bladkoning op de Maasvlakte…