Donderdag 16 september 2004 – Houtpantserjuffers
Hoog boven De Wilck cirkelde vanmorgen een ooievaar, dacht ik even. Wit met zwarte vleugelpunten. Maar het was een buizerd, sneeuwwit mer zwart van boven, wit van onderen met een donkere borstrand. Zo’n witte buizerd zie je zelden.
Het was een exemplaar met een kleine zwarte komma op de ondervleugel wat op een jonge vogel duidde, maar er ontbraken enkele pennen, en dat kan niet anders betekenen dan dat het een ruiende, volwassen vogel was. Hij cirkelde in gezelschap van 3 andere buizerds, waaronder nog een witte, naar het noordwesten weg.
De Amaliahut is geverfd en was daarom vanmorgen gesloten. Op het paadje naar de hut krioelde het van houtpantserjuffers (Lestes viridis – Green Emerald Damselfy), ook nog een paardenbijter en een bruine glazenmaker. Op dit paadje heeft de onlangs en te vroeg overleden natuurliefhebber Arie de Knijff me ‘ingewijd’ in de wereld van de libellen. Als juffers paren, pakt het mannetje eerst het vrouwtje met zijn achterlijfaanhangsels aan haar halsschild, het zgn. paringsrad. Vervolgens neemt het vrouwtje via haar geslachtsopening het sperma over van het mannetje. Daarbij ontstaat het zgn. paringswiel zoals op de foto te zien is; het mannetje hangt boven en is te zien op de foto hieronder.
Verder boven De Wilck 4 trekkende huiszwaluwen, ook al naar het noordwesten. Verder o.a. 3 grote zilverreigers en 4 tapuiten (aan de westkant), langs het Zwetslootpad 8 witte kwikstaarten op een met bagger volgespoten weiland.
In de weilanden zie je veel meeuwen in winterkleed, zoals de kokmeeuw boven (Larus ridibundus – Black-headed Gull; above) en de stormmeeuw (Larus canus – Mew Gull), beide gefotografeerd langs het Zwetslootpad.