Donderdag 15 april 2004 – Daar klimmen de blauwborsten

Met dit mooie weer was het te verwachten: de blauwborsten laten hun mooie kleuren steeds fraaier zien. Weinig wind en zonneschijn, ideaal om langs de rietstengels omhoog te klimmen voordat ze weer diep in de rietkraag of in de slootkant duiken op zoek naar insecten.

Intussen kan je telkens genieten van hun heldere liedjes, vol krassende of welluidende geluiden, heel gevarieerd en daardoor onmiskenbaar, makkelijk te onderscheiden van bijvoorbeeld karekiet en rietzanger. Geen vrouwtjes blauwborsten te zien, misschien moeten ze nog arriveren want het is nog wel erg vroeg om nu al te broeden.

Prachtige mannetjes blauwborsten (Luscinia svecica cyanecula – White-spotted Bluethroat; male) langs de Starrevaart. Vanmorgen ten minste 4 in de rietkragen aan de noordkant van de plas.

Op het schelpeneiland lijkt het paartje zwartkopmeeuwen zich definitief te willen gaan vestigen. Vanmorgen zag ik het vrouwtje met takjes slepen en man en vrouw verdedigden gezamenlijk hun territorium luidkeels tegen de talrijke kokmeeuwen die er al volop broeden. Tussen het gekrijs van die kokmeeuwen door hoor je soms de basstem van de zwartkopmeeuw. Er was vanmorgen nog een derde zwartkopmeeuw op de Starrevaart, een ongeringde 3e jaars vogel.

De zwartkopmeeuwen (Larus melanocephalus – Mediterranean Gull) op het schelpeneiland verdedigen hun territorium tegen de kokmeeuwen.

Zwarte ruiters (Tringa erythropus – Spotted Redshank) trekken zoetjesaan ook hun zomerkleed aan. Van de 3 op de plas aanwezige ruiters was deze al behoorlijk zwart, de rode poten zijn reeds ‘ingeruild’ voor zwarte stelten.

Andere waarnemingen op de vogelplas o.a.: geoorde fuut 1, lepelaar 3, zomertaling man 1, rosse stekelstaart 4 (2+2), kluut 67, kleine plevier 4, groenpootruiter 2, zwarte ruiter 3. Enkele geringde grutto’s, een geringde scholekster en een geringde kleine mantelmeeuw, maar 2 ringen met zekerheid kunnen aflezen.