Woensdag 21 juli 2004 – Tweemaal Starrevaart

Het was dinsdagavond mooi weer en ik besloot ook eens ’s avonds naar de Starrevaart te gaan. Het werd pret voor korte duur, want in een moment van onachtzaamheid liet ik de sleutelbos in de auto liggen en deed het portier deur dicht terwijl ik dat al met de afstandsbediening had gesloten…..

Voordat hulproepen arriveerden toch nog even naar de plas gelopen waar de kleine zilverreiger aanwezig was die hier de laatste tijdheel wat verschillende kleuren hebben maar ze heel wat verschillende kleuren hebben maar ze wordt gezien. Verder waren maar liefst 72 lepelaars aanwezig.

Kleine zilverreiger (Egretta garzetta – Little Egret) dinsdagavond op de Starrevaart.

Gewone en witgerande tuinslakken zijn er in heel verschillende kleuren maar qua vorm lijken ze sterk op elkaar. Het verschil is dat een witgerande tuinslak een lichte mondrand heeft en een gewone tuinslak (Cepaea nemoralis – Brown Lipped Snail) een donkere mondrand, zoals op de foto te zien is. Op 17 juli in eigen tuin gemaakt.

Vanmorgen een herkansing. Bij de parkeerplaats van de Starrevaart een ijsvogel en een groepje foeragerende staartmezen. Op de plas weer de kleine zilver en 1 krombekstrandloper.

Het was zwaar bewolkt toen ik een kemphaan met een pootvlag en ringen zag, door het slechte licht lastig af te lezen. Deze vogel maakt deel uit van een nieuw ringproject van de Rijksuniversiteit Groningen. Doel is te achterhalen waarom steltlopers die hoog in het noorden broeden, vrijwel altijd in zout water overwinteren en soorten die zuidelijker broeden, de winter vooral in zoetwatermilieus doorbrengen.