Auteur Illustraties Uitgave Oorspronkelijke titel |
Natuurrijk Vogels Vogelbespieding is helemaal in. Vroeger waren vogels het domein van pioniers en onderzoekers, daarna kregen talloze mensen interesse in en liefde voor die fraaie en boeiende gevleugelde diertjes, de afgelopen decennia is de belangstelling voor vogels spectaculair toegenomen, mede door de digitale mogelijkheden om ze gemakkelijk op foto’s vast te kunnen leggen. Gevolg van deze eigentijdse ontwikkelingen is dat er ook veel boeken over vogels verschijnen. Ook vaak uitgaven met persoonlijke ervaringen, zoals Vogels van de Duitse ornitholoog Ulrich Schmid. Er staan geen spectaculaire onthullingen in over het vogelleven, maar het zijn kostelijke portretten van 31 vogels met daarbij de recentste wetenschappelijke inzichten. Twee hoofdlijnen heeft Schmid in zijn verhalen benadrukt: vogelzang en evolutie. Wat het laatste betreft duidt de schrijver op de ontwikkeling, in relatief heel korte tijd, tussen de (schuwe) bosmerels en de (onbevreesde) stadsmerels. Hun zang en hun zangtijdstippen verschillen intussen. Ontstaan er twee soorten merels? Ook zwartkoppen maken een snelle evolutionaire ontwikkeling door. Vogels uit Midden-Europa trekken niet allemaal meer naar Afrika maar naar het wat minder warme Engeland. Die vogels hebben een iets slankere snavel ontwikkeld dan de Spanjegangers (die grotere vruchten kunnen eten) en hebben kortere en rondere vleugels, minder geschikt voor lange trektochten. Aanpassingen die in pakweg vijftig jaar zijn ontstaan. Schmid concludeert hieruit dat onze trekvogels in staat zijn zich snel aan te passen aan snelle klimaatveranderingen. Dat voedt de hoop dat vogels niet aan het kortste eind zullen trekken. Langeafstandstrekkers zullen het moeilijker hebben. Bij diverse van de beschreven vogelsoorten benoemt de schrijver het complexe geluidssysteem van vogels, de syrinx, dat een haast onvoorstelbare verscheidenheid aan zangvarianten mogelijk maakt. Over de veldleeuwerik: ‘De zangelementen zijn heel gevarieerd. Zonder pauze rijgt de leeuwerik trillers, rollers en fluitende en piepende tonen aaneen, vaak meerdere keren ritmisch herhaald.’ De zang van de nachtegaal kent meer dan tweehonderd soorten strofen en elke nachtegaal heeft zijn eigen repertoire. De griezelige en angstaanjagende legendarische roep van de bosuil staat daar schril tegenover. Eén van onze kleinste vogels, het winterkoninkje, heeft een zeer luide zang die tot vijfhonderd meter te horen is. Inspiratierijke beschrijvingen van, meestal heel algemene, vogelsoorten. Zoals de ijsvogel. Het blauw van de veren wordt niet bepaald door pigmenten, zoals uit het vervagende oranje van opgezette vogels blijkt, maar door de bouw van de veren, de zgn. structuurkleur. En wist u dat jonge ijsvogels in carrousel poepen? Zeker niet onvermeld mogen de mooie tekeningen van Paschalis Dougalis blijven. AdG, 29 juni 2021
|
Vogels
|