Over de voors en tegens van dierentuinen heb ik al eens geschreven.

Zo’n vijftien jaar geleden was ik in het grote vogelpark in Upie

en ik kon het niet laten om er nog eens naartoe te gaan.

Het park is erg royaal van opzet, vogelvriendelijk dus. Maar ja, het blijven dieren in kooien…

Z’n tweehonderd soorten, circa duizend vogels.

Goura couronné. Op deze pagina een aantal vogels uit Upie.

Ik was gefascineerd door het paartje kroonduiven, wat een ongelooflijk fijnbevederde kuif.

Kroonduiven (Goura cristata – Western Crowned-pigeon) zijn bedreigd in hun bestaan.

Het zijn de grootste duiven op onze aardbol en komen voor in het voormalige Nieuw-Guinea.

Het park, met ook een botanische waarde,

biedt niet alleen vertier met papegaaien- en roofvogelshows.

Het is ook een centrum om bedreigde vogelsoortensoorten te kweken.

Reigersoorten uit de omgeving broeden in het wild bovenop de volières.

In de directe omgeving komen dan ook meer dan gebruikelijke aantallen voor

van de kwak, kleine zilverreiger, blauwe reigers en vooral koereigers.

Oedicnème criard. Grielen (Burhinus oedicnemus – Stone-curlew) broedden tot 1958 in Nederland

maar zijn daarna zeldzame verschijningen geworden.

Ook in Frankrijk zie je ze in het wild niet zo vaak.

Een griel is een typisch vogeltje met die grote ogen en lange poten.

Milan noir. Zwarte wouwen (Milvus migrans – Black Kite) heb ik in de vakantie bij bosjes zien vliegen,

vooral bij vuilstortplaatsen. Maar nooit dichtbij genoeg om een goede foto te kunnen maken.

Milan royal. Dit is de enige rode wouw (Milvus milvus – Red Kite) die ik in de Drôme gezien heb.

(wordt vervolgd – à suivre)