Maandag 26 november 2007 – Roofmeeuw
Juveniele slechtvalk (Falco peregrinus – Peregrine Falcon; juvenile, at the right)
achtervolgt middelste jager (Stercorarius pomarinus – Pomarine Jaeger) boven de Starrevaart.
Jagers zijn de rovers van de zee.
Het liefst achtervolgen ze andere zeevogels net zolang,
totdat die van vermoeidheid of uit angst hun prooi laten vallen of uitbraken.
Dat hapje wordt dan de prooi van de jager. Kleptoparasitisme noemt men dat.
Jagers vangen trouwens ook meeuwen en andere vogels en eten eieren op.
Er zijn vier soorten: grote jager (zo groot als een zilvermeeuw),
middelste jager, kleine jager en kleinste jager (grootte van een kokmeeuw).
Tijdens hun trek naar en uit het zuiden
worden deze Noord-Europese vogels in kleine aantallen aan onze kust waargenomen.
En, zeker na storm, ook wel in het binnenland.
In dit Vogeldagboek enkele foto’s van de middelste jager (Stercorarius pomarinus – Pomarine Jaeger)
vandaag op en bij het schelpeneilandje op de Starrevaart.
Op het ogenblik kan je wel spreken van een influx (toevloed) van middelste jagers.
Op waarneming.nl las ik dat er alleen al in november meer dan tienduizend zijn geteld.
Dat is extreem veel. Ook meldingen uit het binnenland. En een van die vogels zat vandaag op de Starrevaart.
Zo dichtbij krijg je dit soort zeevogels niet gauw te zien.
Meestal vliegen ze voorbij telposten langs de kust, maar deze vogel (gisteren voor het eerst waargenomen)
keert steeds terug naar het schelpeneilandje voor de hut om te rusten.
Daar ligt een hoop gedroogde vegetatie en daarin kruipt hij lekker uit de wind.
Nu en dan vliegt hij even rond wat tot paniek onder de duizenden vogels op de plas leidt.
Het is dan ook een echte roofvogel met zijn zware, gehaakte snavel en krachtige poten.
Na zo’n rondje keert hij terug naar zijn basis,
pikt daar wat van de dode meeuwen (er lag een verse meeuw, zelf gevangen?) en valt in slaap.
Enkele malen vloog hij recht op de hut of en scheerde een paar meter over mijn hoofd.
Jammer dat op die momenten net de zon niet scheen:
de camera kon de donkere, snel naderende vogel tegen de grauwe achtergrond niet scherp stellen.
Eenmaal was er ‘interactie’ zoals een vogelaar het noemde,
tussen de al wekenlang aanwezige juveniele slechtvalk en de jager.
Wie wie achtervolgde was moeilijk vast te stellen, een duel gingen ze uit de weg.
Middelste jagers broeden overigens het noordelijkst van deze vogelsoort:
op de arctische toendra. De andere soorten nestelen ook zuidelijker.
Ze overwinteren voor de West-Afrikaanse kust.
Zelfs voor kenners zijn de jagersoorten niet altijd uit elkaar te houden.
Zie ook Vogeldagboek 27 november