Zaterdag 6 oktober 2007 – Zwamdag
De Europese vogeltrekdag (zie resultaten op de site van Vogelbescherming) is voorbij.
Om even de zinnen te verzetten en niet meer omhoog naar bewegende stippen te hoeven kijken,
heb ik het hoofd gebogen om te zien wat voor zwammen Moeder Aarde deze dagen voortbrengt.
Deze vrij zeldzame harslakzwam staat langs de Meeslouwerplas. Althans, dat dacht ik eerst.
Later bleek het om de nog zeldzamere waslakzwam (Ganoderma pfeifferi) te gaan.
Witte koraalzwammetjes (Clavulina coralloides – Crested Coral) in de heemtuin in Leiderdorp.
Bij de heemtuin deze stronk bezaaid met gewone zwavelkoppen (Psilocybe fasciculare – Sulphur Tuft).
In het Prielenbos vond ik deze fraaie echte kopergroenzwammen (Stropharia aeruginosa – Verdigris Toadstool).
*****
Palmmot, een nachtvlinder
Naar aanleiding van de ontdekking in Zoetermeer van de eerste palmmot in ons land, schreef de Werkgroep Vlinderfaunistiek me:
Nog even dit: een ‘mot’ is een anglicisme voor ‘nachtvlinder’. Een mot is dus ook een vlinder.
Er zijn talloze nachtvlinders die ook (of soms zelfs uitsluitend) overdag vliegen.
De term ‘nachtvlinder’ is daarom ook niet helemaal dekkend.
Het grote verschil zit hem in de vleugelbouw en de antennen.
Dagvlinders hebben geen ‘vleugelhaakje’ en hebben geknopte antennen, nachtvlinders hebben een vleugelhaakje
waarmee de voorvleugel met de achtervleugel verbonden is; de antennen zijn er in verschillende vormen, behalve geknopt.
Die van de Castniidae (de familie waartoe de palmmot Paysandisia archon behoort),
zijn spoelvormig met een haakje aan het eind, net zoals bij pijlstaarten (Sphingidae) en dikkopjes (Hesperiidae).
Die laatste familie wordt overigens wel tot de dagvlinders gerekend,
maar staat systematisch gezien veel dichter bij de pijlstaarten (dus nachtvlinders) dan de bij overige dagvlinders.
Zo zie je dat zo’n indeling vooral mensenwerk is waar het laatste woord nog niet over gezegd is.