Auteurs Uitgave |
Water- en Oppervlaktewantsen van Nederland
Op je buik langs de slootkant naar dat wonderlijke leven in het water kijken. Welke polderjongen deed dat niet? Schaatsenrijders, torren, slakken, kikkers en natuurlijk de stekelbaarsjes. Al dat spul ging Ik heb me nooit heel erg verdiept in de wantsen in de sloten. Maar nu het boekje Water- en Oppervlaktewantsen van Nederland is verschenen, ga ik toch maar weer eens ´buikschuiven´. Dat kan ook in België, Luxemburg, Duitsland, Denemarken en het noorden van Frankrijk want daar komen al de besproken wantsen voor, en veel ervan in Engeland, Noord- en Oost-Europa en het midden en het zuiden van Frankrijk. Een complete gids dus, met 67 soorten ‘natte’ wantsen, waterwantsen en oppervlaktewantsen, twee onderordes (infraorde) van de onderorde wantsen. Aan de binnenkant van de omslag staan 24 foto’s als illustratie van de verschillende familiesoorten, in het boekje staan honderden schetsen van de wantsen en vooral detailtekeningen. Met determinatiesleutels voor imago’s (volwassen wantsen) en nimfen (onvolwassen). Duidelijke, grote tekeningen met toelichtingen, soms met ‘wenken bij de determinatie’ en uiteraard beschrijvingen van de soorten, hun biotoop en de locaties waar ze voorkomen. Verder zijn er verklarende woordenlijsten, een literatuuropgave en vermelding van websites en registers. Een ‘zakelijke’, weinig spectaculaire maar zeer doeltreffende gids om deze wantsen te herkennen, niet alleen voor de leden van de Nederlandse en Belgische jeugdbonden (12 tot 25 jaar) maar ook voor geïnteresseerde volwassenen. AdG, 22 juli 2009 |
Water- en Oppervlaktewantsen van Nederland
|