* IJsvogel, Alcedo atthis, Kingfisher, Martin-pêcheur d’Europe, Eisvogel *
Het was gisteren een fantastische lentedag! Je zou er bijna de kriebels van krijgen. Vogels en insecten waren heel actief.
De eerste vogelsoorten zijn al aan het broeden, o.m. bosuilen, aalscholvers, blauwe reigers,
andere soorten zijn druk bezig met voorbereidingen. Gisteren hoorde ik ook een roerdomp hoempen!
Gezien had ik ze al wel de afgelopen maanden, zo nu en dan op verschillende locaties in mijn omgeving.
Ook ijsvogels vertonen zich bij hun nestgangen. Weken geleden zag ik de eerste paartjes al ‘stoeien’,
soms best hardhandig, gisteren bij twee broedlocaties in het Bentwoud activiteiten van drie ‘blauwe schichten’. Foto: vrouwtje.
* Tafeleend, Aythya ferina, Pochard, Fuligule milouin, Tafelente *
Ook eenden vertonen allerlei vormen van baltsgedrag, zoals dit mannetje tafeleend gisteren op de Benthuizerplas.
* Grote zaagbek, Mergus merganser, Goosander, Harle Bièvre, Gänsesäger *
Grote zaagbekken broeden niet in ons land. Dit vrouwtje, 23 februari op de Zoetermeerse Plas, zal nu wel vertrokken zijn.
Ook de zwartbuikwaterspreeuw is weg. Het zeldzame vogeltje heeft enkele maanden lang honderden vogelaars gelokt.
Ook was daar een tijdje een (ontsnapte?) bronskopeend, van oorsprong uit Zuid-Amerika. Ze worden in siervijvers gehouden.
* Winterkoning, Troglodytes troglodytes, Wren, Troglodyte mignon, Zaunkönig *
Als een volleerde boomkruiper zoekt dit winterkoninkje naar insecten in het Zoetermeerse Westerpark. Vorige week.
* Tjiftjaf, Phylloscopus collybita, Northern Chiffchaff, Pouillot véloce, Zilpzalp *
Steeds vaker zie en hoor je ’s winters tjiftjafs. Verreweg de meeste tjiftjafs overwinteren in het warme Afrika,
maar de laatste jaren trotseren er de ‘koude’ in Europa. De voordelen zijn groot: geen gevaarlijke trektochten
en de eerste keuze in goede nestplaatsen. Het nadeel is dat als een winter toch koud wordt, je overlevingskans kleiner is.
Heb de afgelopen maanden regelmatig een enkele tjiftjaf gezien, gisteren drie tegelijk in het Prielenbos, Zoetermeer.
* Witte kwikstaart, Motacilla alba, White Wagtail, Bergeronnette grise, Bachstelze *
Bij mijn geboortehuis – korenmolen De Hoop in Oud-Alblas – scharrelden vanmorgen twee van die leuke witte kwikken rond.
* Vink, Fringilla coelebs, Common Chaffinch, Pinson des arbres, Buchfink *
Vinken slaan al weer enkele weken hun slag, tussendoor scharrelen ze hun zaadjes bijeen. Westerpark 23 februari.
* Grutto, Limosa limosa, Black-tailed Godwit, Barge à queue noire, Uferschnepfe *
In het vorige Vogeldagboek stond op de achtergrond een grutto met gebogen snavelpunten. Daarover kreeg ik vragen.
Grutto’s (o.a.) zijn vogels met een bovensnavelpunt die onafhankelijk van de rest van de snavel kan worden gebogen.
Vogels met lange snavels kunnen het uiteinde van hun bovensnavel heel sterk buigen. Achter de snavelpunt zit een buigzone.
Zelfs als de snavel aan het begin van de kop gesloten is, kunnen vogels als grutto’s
hierdoor het uiteinde van hun bovensnavel buigen, onafhankelijk van de schedel. Foto’s 21 maart 2010 in De Wilck.
Naar deze beweeglijkheid van vogelsnavels, zgn. distale rhynchokinese, is veel onderzoek gedaan,
o.m. door de Nederlander dr. Sander Gussekloo. Hoewel alles nog niet geheel duidelijk is,
lijkt het snel en makkelijk vangen in zand of modder en zelfs in water en het verorberen van (flinke) prooien
het grootste voordeel van de buigzame snavel te zijn. Het verschijnsel is algemeen bij stelt(wad)lopers.
* Halsbandparkiet, Psittacula krameri, Rose-ringed Parakeet, Perruche à collier, Halsbandsittich *
Je ziet en hoort ze overal, vooral in het westen van NL: halsbandparkieten. Ook leuk als ze in je eigen tuin opduiken!
* Snorzweefvlieg, Episyrphus balteatus, Marmalade Hoverfly, Syrphe à ceintures, Hainschwebfliege *
Nu het zonnig en warmer begint te worden, laten zich steeds meer insecten zien. Snorzweefvlieg gisteren in het Prielenbos.
* Gewone staartspin, Textrix denticulata, Toothed Weaver, Bunte Spaltentrichterspinne *
In de koele ‘sluis’ naar de tropische kas van de Hortus Botanicus in Leiden had deze gewone staartpin (6-7 mm) haar web gesponnen.