Donderdag 16 januari 2003 – Stralende vogels
Eén dag stralend weer en de natuur lijkt een voorjaarsjasje te hebben aangetrokken. Op de door regen en zon opgewarmde weilanden wemelde het ineens weer van de meeuwen en de spreeuwen, hier en daar vlogen groepjes kramsvogels, de vogels kwetterden vrolijker dan een week geleden, in De Wilck zijn de smienten teruggekeerd en was (dus) ook het slechtvalkpaar duidelijk present: man op een hek en op het weiland aan zijn voeten poetste ma haar veren.
Even bij het Prielenbos geneusd, de ransuilen zijn nog steeds niet aanwezig op hun roestplaats (er wordt hier de laatste tijd een havik gesignaleerd, zou die…), in de noordwesthoek van de Zoetermeerse Plas zwommen 6 dodaarzen, door het schitterende tegenlicht op het water heb ik niet verder gespeurd, mogelijk zaten er nog meer. In de Geerpolder wist ik eerst even niet wat ik zag, drie grote slanke halzen die net boven het weiland uitstaken. Iets teruggereden en daar waren 2 grote zilverreigers en 1 ooievaar vlak bij elkaar aan het visjes vangen. Een zilverreiger bleef wat langer zitten zodat ik de kans kreeg, voorzichtig sluipend van knotwilg naar knotwilg, een aantal foto’s te maken.
Een grote zilverreiger (Casmerodius albus) pikte visje na visje uit een sloot in de Zoetermeerse Geerpolder.
Een ooievaar (Ciconia ciconia) cirkelde langzaam van noord naar zuid over de Starrevaart.
Op de Starrevaart trok een roerdomp een flinke tijd de aandacht. De vogel zat aan de westkant te zonnen, strekte zich nu en dan wat, en ging na een half uurtje in de beschutting zitten. Zelfs als je wist waar hij zat, was hij soms nog moeilijk in de telescoop te vangen. Uiteindelijk is hij aan mijn aandacht ontsnapt en waarschijnlijk dieper het riet ingekropen. Op de vogelplas verder o.a. 1 dodaars, 1 nonnetje, 4 brilduikers en 34 kolganzen.
Al geruime tijd zijn op de Starrevaart flink wat pijlstaarten (Anas acuta, male) te zien, op de foto een man.