Maandag 7 april 2003 – Nestelactiviteiten
Een vliesje ijs vanmorgen op luwe sloten, een nijdige koude wind, twee visdiefjes dansten sierlijk boven de Ringvaart in Benthuizen tegen de wind in, op zoek naar visjes en wellicht geschikte nestlocaties. Tegen de middag werd het onder een voluit schijnende zon heerlijk op beschutte plaatsen. Een paartje buizerds trok zich niets van weer en wind aan en bouwde energiek verder aan een nest in het geriefbosje in De Wilck. Het gaat er net als vorig jaar aan toe: zwarte kraaien leggen het fundament, de buizerds kijken het een tijdje aan, jagen de kraaien de polders in en eigenen zich het nest toe.
Kluten (Recurvirostra avosetta) kijken rond naar geschikte huisvesting om vervolgens even te proefdraaien, hun ‘nest’ bestaat uit nauwelijks meer dan een kuiltje tussen de schelpen.
Op het eilandje voor de Starrevaarthut waren diverse paartjes kluten bezig het eiland te inspecteren en nestkuiltjes te draaien. Over niet al te lange tijd mogen de eerste eieren worden verwacht. Het is op het eilandje voorlopig nog wel dringen geblazen door tal van rustende scholeksters, maar dat worden er minder naarmate er meer van die bonte pieten zelf gaan broeden en ze bij hun nesten in de polders blijven. Ook waren er nog veel grutto’s op hun slaapplaats bij de buizen: ik telde er 1560 waarvan in elk geval 140 IJslandse grutto’s, met een zwarte ruiter ertussen. Verder twee mannen en een vrouw zomertaling. Nog een tijdje naar een blauwborst gekeken en vooral geluisterd, langs de Kniplaan zat een zwartkop te zingen.
Gistermorgen lagen er voor de keukendeur twee nog niet vliegrijpe merels, een paar meter van de conifeer, van de daders geen spoor al moet het welhaast een kat geweest zijn want die vreet zulke prooien meestal niet (meteen) op. Het zou trouwens wel knap geweest zijn om over de door mij aangelegde versperring (kennelijk niet effectief genoeg) en tussen de vele takjes door bij het nest te komen dat op zo’n 2,5 meter hoogte ligt. Er zijn nog overlevenden (hoe lang nog?) want pa en moe merel blijven voedsel aanslepen.
Alles wat in de berm op lange stelen groeit met kleine gele bloempjes, noem ik koolzaad (Brassica napus), in dit geval leek het me door de bladvorm vrij zeker. Mooi is het in elk geval wel.
In madeliefjes (Bellis perennis) kun je je niet vergissen, ze bloeien op het ogenblik volop.