Vrijdag 7 februari 2003 – Wandeling in Avifauna
Vanmorgen een paar uurtjes in vogelpark Avifauna gewandeld. Ik kom weinig in dit soort gelegenheden, vogels en andere dieren horen in de vrije natuur thuis. Aan de andere kant heb ik begrip voor de educatieve kanten van dierenverblijven en voor het feit dat op deze manier de natuur dichter bij veel mensen wordt gebracht. Het is een dilemma waar ik geen raad mee weet, ik neem voor mezelf dan ook geen zwart-wit standpunt in. Hoewel… het blijft een naar gezicht als je geleewiekte vogels ziet, vogels die voor eeuwig verminkt zijn, die nog wel kunnen zwemmen maar nauwelijks goed kunnen lopen door het ontbreken van het evenwicht in hun verenpak.
Wie de gruwelijke verschillen tussen kortwieken en leewieken wil weten, lees deze alinea. Bij kortwieken worden de punten van de slagpennen geknipt, net zoiets als het knippen van nagels, na de rui groeien de slagpennen weer aan. Kortwieken is wettelijk toegestaan, voor leewieken is een vergunning nodig. Bij leewieken wordt een middenhandsbeentje met daaraan slagpennen geamputeerd, definitief dus, meestal aan een vleugel.
Waarom naar Avifauna? Op dit moment zijn de woerden op hun mooist en ik wilde wel eens rustig eenden bekijken die bij ons in het wild worden gezien, al dan niet ontsnapt uit siervijvers en dierenparken. Ringsnaveleend, witoogeend, grote tafeleend, roodhalsgans, sneeuwgans, Chileense taling enz. Het aantal soorten viel me eigenlijk wat tegen, wat ook tegenviel was om ze ‘snel en makkelijk’ te fotograferen. Ik heb al eerder geschreven dat digitale fotografie leuk is maar heel lastig als het onderwerp beweegt, in dit geval zou ik veel meer aan een ‘klassiek’ toestel met telelens hebben gehad. Toch nog een paar foto’s gemaakt.
Zwarte zwanen (Cygnus atratus) broeden al in Avifauna.
Onlangs veroorzaakte een grote tafeleend (Aythya valisineria) opwinding onder vogelaars. Het is een Noord-Amerikaanse vogel, die in veel siervijvers voorkomt, ik zet zo mijn vraagtekens bij het ‘wilde’ exemplaar van Castricum. In Avifauna telde ik een stuk of tien mannetjes.
(Grote) Canadese ganzen zie je ook steeds meer in ons landschap, net zoals ontsnapte nijlganzen, Indische ganzen enz. Dit is een kleine Canadese gans (Branta hutchinsii), ben ik in de polders nog niet tegengekomen.
Ringsnaveleenden (Aythya collaris) komen van oorsprong ook uit Noord-Amerika en worden als dwaalgasten beschouwd.
Een sneeuwgans (Anser caerulescens) in de ‘blauwe fase’.
Ten slotte een vogel die je niet in ons land zal zien: een prachtige Amerikaanse zeearend (Haliaeetus leucocephalus).