De Nederlandse hooiwagens (Opiliones)

De_Nederlandse_hooiwagens

Auteur
Hay Wijnhoven

Illustraties en meeste foto’s
Hay Wijnhoven

Uitgave
Entomologische Tabellen 3 – 2009

Nederlandse Entomologische Vereniging, Museum Naturalis en
Stichting European Invertebrate Survey – Nederland

ISSN 1875-760x, 118 pag’s, 17 x 24 cm, € 15
(bestellen via Naturalis of NEV)

 

De Nederlandse hooiwagens (Opiliones)

Met deskundige maar goed toegankelijke teksten en duidelijke illustraties over insecten en andere ongewervelde dieren worden ‘moeilijke’ soorten als kokerjuffers, waterwantsen, pissebedden, duizendpoten enz. een stuk dichter bij een groot publiek gebracht.

Het is de verdienste van EIS-Nederland om dit soort boekjes uit te geven, als onderdeel van haar taak om Nederlandse insecten en ongewervelden volledig in kaart te brengen. Nu is weer zo’n mooie publicatie verschenen van European Invertebrate Survey – Nederland, gelieerd aan Naturalis Leiden, over hooiwagens.

Zo’n klein insect op enorm lange, dunne poten, dat is een hooiwagen, wist ik al heel jong. Dat er nog meer soorten bestonden wist ik ook nog wel, maar alleen al dertig in Nederland… Ze worden allemaal uitgebreid beschreven in deze uitgave, met een determinatietabel, foto’s, veel detailtekeningen en waar en wanneer je ze kan vinden.

Hooiwagens vormen een eigen orde in de klasse van de spinachtigen, met daarbinnen weer aparte families. De meeste zijn niet erg algemeen en hebben geen Nederlandse naam, uiteraard wel de zeer algemene soorten als gewone, rode en bonte hooiwagen en de drietandhooiwagen. Overigens was het voor het opzoeken wat gemakkelijker geweest als de Nederlandse namen ook in de index hadden gestaan.

In de inleidende hoofdstukken staan veel wetenswaardigheden over hooiwagens. Om je hooiwagen te mogen noemen moet je voldoen aan de volgende kenmerken: vier paar poten, kopborststuk en achterlijf versmolten over de volle breedte (spinnen zijn tussen kop en lijf sterk ingesnoerd), een oogheuvel op het kopborststuk en inwendige geslachtsorganen, waarmee ze overigens ‘seksuele voorlopers’ waren bij de ongewervelden.

Over de onderlinge verwantschappen van hooiwagens is nog lang niet alles bekend, evenmin als over de verspreiding van de soorten in ons land. De laatste decennia zijn er soorten gevonden die voorheen alleen in andere delen van Europa voorkwamen.

Er blijft nog genoeg te ontdekken aan deze interessante groep ongewervelde dieren, wat met de informatie in dit prima opgezet boekje goed moet kunnen lukken. Ook voor fotografen zijn hooiwagens ideaal: ze blijven heel lang stil zitten.

AdG, 29 augustus 2009