Auteur Foto’s Uitgave |
Nebula Het verhaal van de wilde flamingo’s in Nederland ‘Nebula’: een niet zo voor de hand liggende titel voor een boek over flamingo’s. In de tekst vind ik geen verklaring voor de titel of ik moet er helemaal overheen gelezen hebben. Toen maar op internet gezocht wat ‘Nebula’ betekent. Er zijn een aantal verklaringen: nevels en gaswolken, een geslacht van vlinders, een stripfiguur en een stonerrockband. Het zal wel mijn gebrek aan fantasie zijn, maar ik zie het verband tussen een van die verklaringen en flamingo’s niet. Over twee dingen komen we veel te weten. Wat komt een filmmaker allemaal op zijn pad tegen als hij een film wil maken over het leven van in dit geval flamingo’s? In de tweede plaats: wat leren we over het leven van de flamingo zelf. ‘De March of the Penguins’ over pinguins en ‘The Crimson Wing’ over de kleine flamingo waren voor de auteur aanleiding om een natuurfilm te maken over één soort, namelijk de flamingo. Tot zijn eerste ontmoeting in Frankrijk met wilde flamingo’s was het in zijn beleving een soort die bij de tropen hoorde. Hij was dan ook erg verrast er een aantal te zien. Zeker toen hij er ook achter kwam dat in ons land, in de Grevelingen, jaarlijks een aantal flamingo’s de winter doorbrengt. Voordat hij de film kon maken, moest hij een aantal hobbels nemen, zoals vergunningen. Om de vogels niet te verstoren, maakte hij opnames voor bijvoorbeeld close-ups en kuikens in dierentuinen. Hij is daar eerlijk over. Als leek sta je er nooit bij stil, maar het plaatsen van geluid bij de beelden is geen sinecure. Zomaar buiten geluiden opnemen, werkt niet. Er is veel te veel verstoring van bijgeluiden. Muziek is bepalend voor de sfeer van de film. We krijgen veel informatie over het leven van flamingo’s. De hele levenscyclus is beschreven van balts, nestbouw, ei, kuikens tot volwassen vogels. Een aanname als: hoe meer garnalen flamingo’s eten, hoe rozer ze worden, verdwijnt in de prullenbak. Niet alleen garnalen, maar ook algen, eencelligen en slakjes leveren de stoffen die via de spijsvertering omgezet worden in kleurstoffen. Elke soort doet dat op zijn eigen manier, waardoor er kleurverschillen ontstaan. Nog een leuk feitje vond ik hoe een flamingo zijn tong gebruikt bij het naar binnen werken van voedsel. DE Flamingo bestaat niet. Er zijn zes soorten. Die worden allemaal beschreven, maar het is jammer dat een vogelgidsachtige foto of illustratie van elke soort apart ontbreekt. Het zou de herkenning makkelijker maken. Juist omdat in de Grevelingen verschillende soorten voorkomen. Bovendien zien we in die populatie ook nog eens vele hybride vogels. Het Zwillbrocker Venn, een Duits natuurgebied vlak over de grens bij Groenlo, is voor ‘onze’ flamingo’s de plek waar ze in een kokmeeuwkolonie broeden. Boeiend beschreven is de relatie tussen de beide soorten. Een apart hoofdstuk is gewijd aan ‘Flamingo’s in de kunst’. Zo is het meer dan alleen maar een uitgebreide soortbeschrijving. De uitgave is bijzonder rijk aan foto’s. Meestal ‘stills’, een stilstaand beeld, uit de film. Het is een genot om al bladerend de foto’s te bekijken. Door dit boek te lezen ben ik heel benieuwd geworden naar de film. Als ik in de gelegenheid ben, ga ik zeker kijken. Ko Katsman, 28 november 2024
|
Nebula
|