Woensdag 5 februari 2003 – “Tienduizenden” ganzen
Vandaag tweemaal naar de Lagenwaardse Polder ten noorden van Koudekerk gereden om naar ganzen te kijken. De eerste keer, vanaf de westkant, geen gans te bespeuren, in de Hondsdijkse Polder wel 26 (25+1) kleine zwanen en bij de molen baltsende torenvalken. Vervolgens naar De Wilck gereden, daar en in de Generale Polder zaten een kleine tweehonderd wulpen, het paartje slechtvalken joeg de smienten op maar ze kregen er op dat moment althans geen te pakken. Vijf veldleeuweriken vlogen roepend over, in Polder Nieuw Groenendijk zaten 12 kleine zwanen en in de Riethoornse Polder 18 (15+3).
Dit mannetje torenvalk (Falco tinnunculus, male) zit op het puntje van de wiek van de Hondsdijkse molen naar zijn vrouwtje te kijken.
In de Amaliahut vertelde een vogelaar dat er in de Polder Gnephoek, ten oosten van Lagenwaard, “tienduizenden” ganzen zaten. Dat moest ik dan toch ook nog maar eens gaan bekijken, want dat zijn ‘wereldschokkende’ aantallen. Teruggereden, visserslatijn of vogellatijn, in elk geval zaten er een paar duizend ganzen in de Gnephoek, tegen Alphen aan, naar schatting de helft kol- en de andere helft toendrarietganzen.
Slobeenden (Spatula clypeata) zijn deze winter in grote aantallen op de Starrevaart te zien. Vaak zie je ze in flinke groepen voedsel uit het water slobberen, zoals gisteren, met ook nog enkele smienten (Mareca penelope). Een zwarte ruiter stond op een poot te slapen voordat hij door de storm werd weggeblazen. In de Oostbroekpolder trof ik opnieuw een grote zilverreiger.