Dinsdag 15 april 2003 – Geluiden uit het riet

Vanmorgen langs het riet rond Kniplaan en Starrevaart gescharreld, heel langzaam lopend, dan weer eens een kwartier stilstaand, luisterend naar alle geluiden die uit de rietkragen opborrelden. De meeste herken je snel, fitissen, tjiftjaffen, kool- en pimpelmezen, roodborsten, winterkoningen, rietgorzen. Soms moet je even extra opletten als een vogel, genietend van de warme zonnestralen, wat zit te brabbelen. Zoals een zwartkop, of eigenlijk twee, die allerlei melodieuze toontjes laat horen om ineens met karakteristieke, luide fluittonen zijn riedel te beëindigen. Bij de uitkijktoren liet een snor zich regelmatig horen, daar zat ook een rietzanger te zingen. Opvallend genoeg net als gisteren weer geen blauwborsten in de ether.

Winterkoninkjes (Troglodytes troglodytes) zitten overal tussen de struiken en het riet, hun luide roep is erg karakteristiek. Deze beweeglijke vogeltjes op de foto zetten valt niet mee, maar deze koning betrapte ik vanmorgen toen hij in een struik zat te zingen.

Weer talloze trekkende graspiepers. Ze bleven maar komen, laag boven de grond om de straffe oostenwind zo veel mogelijk te omzeilen, uur na uur na uur. Ook in de polders dit beeld, overal graspiepers met een enkele andere trekker ertussen. De telpost Breskens meldde vanmorgen maar liefst bijna 370.000 voorbij vliegende graspiepers, op weg naar Noord- en Noordoost-Europa. Verder op de Starrevaart o.m. 3 lepelaars en 270 grutto’s. Nog vergeten te vertellen: vorige week zat er een grutto op de plas met opvallend witte veren in zijn kleed, wellicht een vorm van leucisme.

Hieronder een aantal foto’s die ik vandaag bij de Starrevaart heb gemaakt.

Ook fitissen (Phylloscopus trochilus) zijn talrijke vogels, je hoort ze overal. Let op het rechte snaveltje, de sterk gelijkende tjiftjaf heeft een veel spitser toelopende snavel.

Een fazantenhen (Phasianus colchicus, female) heeft een heel wat minder opwindend verenkleed dan een haan.

Witte dovenetel (Lamium album) staat nu volop in bloei.

Bloeiend hondsdraf (Glechoma hederacea) is al een paar weken te bewonderen.

Kleine vossen (Aglais urticae) vliegen overal rond, deze zit op een paardenbloem.

Dinsdag (vervolg) – Zomerse lenteavond

Nu de dagen lengen, loont het de moeite om na het avondeten op stap te gaan.En dan zeker als de temperatuur om 7 uur nog rond de 20 graden ligt, windstil, strakblauwe lucht! Vanavond naar De Wilck, onderweg in de Oostbroekpolder een lepelaar. In de slootjes langs de Burmadeweg was het een levendige boel: behalve het ‘gewone spul’ 3 zwarte ruiters, 1 witgat, 2 paartjes zomertalingen, 12 wintertalingen, 1 kemphaan met fel oranjerode poten.

Een man die schapen houdt op een kamp tegen De Wilck had er vanmiddag een man beflijster gezien. De trek van graspiepers ging onverminderd door, ik kwam in een wolk piepers terecht (moeten er enkele honderden geweest zijn) en heb de auto maar even stilgezet. Langs de Broekweg zag ik uit m’n ooghoeken een knobbelzwaan uit een slootje omhoog komen, ‘k reed al niet hard maar moest toch nog flink remmen om hem de kans te geven ongeschonden mijn voorruit te passeren.