Donderdag 4 september 2003 – Visarend en 51 casarca’s
Het was vrij rustig geweest in kijkhut De Visarend bij de Ventjagersplaten, ik stond op het punt om op te stappen toen zich toch nog een visarend meldde. Ik had de paaltjes in de omgeving telkens afgespeurd, niets, totdat een andere vogelaar ineens een arend zag zitten, met een vis in zijn poten. De vogel bleef langdurig op het paaltje zitten.
Hoe mooi ook, even later werd onze aandacht getrokken door twee slechtvalken, aan het verschil in grootte te zien een man en een vrouw, eenmaal leek zij een prooi van hem te willen afnemen. De vogels joegen met hun bekende snelheid over de zandplaten, alles in paniek doen opstuivend, later vloog zij weg en bleef de man op het zand zitten. Vandaag aan roofvogels verder nog gezien bruine kiekendieven, sperwers, torenvalken, buizerds en bij de Heinenoordtunnel een boomvalk.
Visarend (Pandion haliaetus – Osprey) op de Ventjagersplaten, de afstand was te groot voor een betere foto.
In de verte, achter de visarend, zaten casarca’s, een opvallende eendensoort met zijn oranjebruine verenkleed en roomachtige kop. Eerst dachten we dat er slechts een paar zaten, maar uiteindelijk telde ik er maar liefst 51. Volgens een andere vogelaar, die hier regelmatig telt, is dit aantal zelfs voor dit gebied erg hoog. Omdat ze ver weg zaten, en regelmatig achter elkaar heen zwommen, heb ik ze viermaal geteld, resp. 43, 48 en tweemaal 51. Nog verder weg zat een grote groep lepelaars, door de afstand niet te tellen, het moeten er zo’n 250 à 300 geweest zijn. Dicht bij de hut lag een dode lepelaar, iets verder weg zo te zien nog een dode vogel.
Ik was zo rond half 1 in de hut, bij laag water. Op de slikken tal van vogels, zoals kleine plevieren, veel bontbekplevieren, zilverplevieren, een paar kleine strandlopers, wat kemphanen en grutto’s, 3 groenpootruiters en ook al flink wat smienten. Verder uiteraard massale groepen meeuwen, kieviten en eenden.
De groenpootruiters (Tringa nebularia – Greenshank) kwamen dicht bij de hut.
Ook zwarte ruiters (Tringa erythropus – Spotted Redshank, juvenile) kwamen even bij de hut buurten, op de foto een jonge vogel.
Hierboven een close-up van de juveniele zwarte ruiter met zijn lange, dunne snavel die aan het puntje iets naar beneden gebogen is (een tureluur heeft een steviger en kortere snavel die recht eindigt) en een opvallende witte wenkbrauwstreep voor het oog (bij een tureluur minder duidelijk).
Eerder was ik in kijkhut De Zwartkopmeeuw geweest, langs de Hellegatsplaten in Ooltgensplaat. Vanuit de hut zelf viel er niet zo veel opmerkelijks te noteren, 1 geoorde fuut, 7 kluten, 1 zwarte zwaan. Met dit prachtige weer was het buiten de hut beter toeven. Er zaten tientallen staartmezen. Het zijn toch al lastige vogeltjes om te fotograferen omdat ze zo beweeglijk zijn. Maar vanmorgen lukte het al helemaal niet omdat er telkens een sperwer (ik weet niet of het steeds dezelfde was) overvloog en de vogels dan meteen hun alarmsirenes in werking stelden en in dichte struiken wegdoken. Eenmaal joeg een sperwer achter een grote bonte specht aan.
In dit gebied zitten erg veel tjiftjaffen en fitissen, een paar grasmussen, groepjes graspiepers (ik dacht ook een lichter getinte boompieper in een boom te zien zitten, maar daar ben ik niet zeker van), 1 zwarte roodstaart en voederende roodborsttapuiten. Er vlogen ook nog diverse vlinders, o.a. Icarusblauwtjes en distelvlinders, een bruingekleurd dikkopje met witte vlekjes zag ik te kort om thuis te kunnen brengen, bij De Visarend krioelde het van de landkaartjes.
Deze man roodborsttapuit (Saxicola rubicola – European Stonechat, male; juvenile below) ving steeds rupsen om een al vliegrijp jong (foto onder)te kunnen voeren.
