Aug2000

1-14 augustus 2000

Dinsdag 1 augustus 2000

Nelly en een buurvrouw, die heel wat van vogels weet, hebben gisteren in Gelderswoude een maraboe gezien, “net een ooievaar met een lelijke zak onder z’n snavel”. In diezelfde Oostbroekpolder zag ik vandaag dat er opnieuw weilanden worden afgegraven, ongetwijfeld worden ze bouwrijp gemaakt voor snijmaïs, weer minder polder, weer minder ruimte voor vogels. In De Wilck opnieuw een bruine kiekendief, aan het einde van de Weipoort een grote zilverreiger.

Met Ies V. en later ook met Hans H. wat gegrasduind bij de Starrevaart, die in warme hoekjes behoorlijk gaat stinken. Er liggen ook enkele dode vogels bij het grote slik; een mantelmeeuw zat aan een dode gans te pikken. In wat dieper en schoner water waren zo’n twintig aalscholvers groepsgewijs aan het vissen, met in hun spoor zo’n 25 visdiefjes en ook kokmeeuwen; ze profiteerden ongetwijfeld van het wroetwerk van de aalscholvers. Aalscholver rode ring/witte letters KS was weer present.

Op het slikje in de zuidoosthoek 3 witgatjes, daar zitten er meestal wel een paar. Door het hoge riet is het bijna alleen maar van afstand uit de hut te bekijken. Verder o.a. 2 bosruiters, 7 kemphanen, 8 zwarte ruiters, meer dan 10 oeverlopers, 3 grutto’s, 1 tureluur, voor ’t eerst sinds vrij lange tijd een dodaars, het paartje rosse stekelstaart met 7 pullen langs de ka, midden op de plas een kinderloos paartje (zouden de laatste jonkies ‘verdwenen’ zijn of zouden ze al op eigen zwemvliezen staan?), 31 lepelaars, circa 500 grauwe ganzen, 1 Indische gans, 1 Canadese gans, 2 kolganzen, 7 zomertalingen, 1 juv bruine kiekendief en ook weer een heilige ibis.

Woensdag 2 augustus 2000

Gisteravond nog even op kwarteljacht geweest, maar met fiets en al op m’n plaat gegaan. Vanmorgen goed beurs en stijf, dus me stil gehouden, lekker zo’n anderhalf uur op een visstoeltje tussen het rustgevende ruisende riet van Noordhove gezeten. Twee groenpootruiters, twee witgatjes, tweemaal de roep van een waterral en een watersnip.

Stiekem hoopte ik natuurlijk toch een beetje dat uit het riet dat waterkippie tevoorschijn zou komen, dat sinds gisteravond de gemoederen van de Zoetermeerse vogelaars bezighoudt: was het nu een klein of een kleinst waterhoen? De een had rood aan de snavel gezien, de ander niet. De kleur van de poten leverde discussie op, de tekening van rug, vleugels en borst.

Kortom, vanavond de telescopen maar weer opgesteld. Toen voorzichtig werd gedacht aan het blazen van de aftocht, was ‘ie daar opeens, rond 10 uur, een minuut of 5 zichtbaar aan de rand van een rietkraag, eventjes in het open water, maar het was te donker voor een eindoordeel. Hopen dat het waterhoen zich nog eens laat zien, en dan svp wat eerder op de avond, of liever nog dat ‘ie z’n stem verheft.

De andere vogels mogen we niet te kort doen: de vele spreeuwen op de slaapplaats in het riet, de boomvalk op jacht, ruim 20 kemphanen, een tiental zwarte ruiters, 4 oeverlopers, 1 groenpootruiter, er werd een overvliegende boompieper gehoord.

Donderdag 3 augustus 2000

Het mysterie wordt alsmaar groter. Wat huist er nu precies in de Noordhovense moerasjes? In de berichten van de besloten nieuwsgroep Zoetermeervogels klinkt een wanhopige ondertoon door. Wat hebben wij gezien? Klopt het allemaal wat we gezien hebben? Halen we feiten en fictie niet door elkaar? Beleven we hier een vogelwondertje?

De feiten. Dinsdagavond laat wordt een ral ontdekt. Waterrallen zijn daar diverse malen gehoord, maar deze heeft een kleine snavel. Er wordt veel grijs waargenomen, de meningen lopen uiteen van een porseleinhoen (een enkeling) tot een klein of een kleinst waterhoen, uiterst zeldzame en zeer moeilijk waar te nemen rallen.

Woensdagavond rond 10 uur scharrelt er opnieuw voor hetzelfde rietbosje een kleine ral, maar het was die avond zo donker dat ik eerst zeker een minuut heb staan turen voordat ik durfde zeggen dat er wat bewoog. Geen waarneembare kenmerken.

Zoetermeervogels030800

Grote mensen in de ban van kleine beessies, donderdagavond in Noordhove, Aad op de voorgrond en staand v.l.n.r. Jos, Marja en Ton.

Donderdagavond is het fantastisch weer, schitterende Hollandse luchten met een zon die wolken rood kleurt, met bliksemflitsen in het noorden. De lichtval is helaas ‘verkeerd’ voor de rallenhoek. Eerst is er een melding dat er een hoenderachtige in het rietbosje vliegt, vervolgens wordt een ralletje gezien waarvan Marcel van der Tol, vogelaar van jongs af aan, zweert dat het een kleinst waterhoen is, o.a. grijze borst, onbestemd kleuren poten. In elk geval geen porseleinhoen, die heeft hij vaak genoeg gezien om dat te kunnen beweren. Iets verderop duikt weinig later een ral op, die zich vooral van achteren laat bekijken, allemaal overigens tussen de rietsten-gels waar bovendien weinig licht is.

Ik heb inmiddels m’n uitgeleende telescoop terug en zie groene poten, bruine rug met lichte punten aan de veren, verder geen grijs/blauw. De kop/voorkant is niet goed te zien. Ook dit beestje verdwijnt, wordt nog heel even waargenomen en vliegt dan weg. Lijkt volgens iedereen op een klein waterhoen, vrouwtje. De verwarring is compleet.

Enkele vogelaars duiken met elkaar de boeken in en stellen ruim na het middernachtelijk uur vast dat er mogelijk meer kleine zeldzame ralachtigen rondscharrelen in Noordhove. De Birds of the Western Paleartic beschrijft zelfs dat deze soorten vaak tegelijk in dezelfde poeltjes voorkomen. ’s Avonds is ook nog een ploegje naar geluiden gaan luisteren, heeft waarschijnlijk niets opgeleverd want er is nog geen verslag binnen.

De komende dagen zullen de Zoetermeervogels alles in het werk stellen om achter de waarheid, of achter de waarheden, te komen. Haast is geboden want de moerasjes zijn voorbestemd als recreatiegebied, de Noordhovense Plas, het werk is al aanbesteed en na de bouwvakvakantie gaat het gebied op de schop en wordt het onder water gezet. Zal een smeekbede om uitstel – want wie weet broeden die zeldzame rallen er wel – helpen? Wie om zich heenkijkt en ziet wat er allemaal vernietigd wordt, kent het antwoord al.

De moerasjes zijn ook een slaapplaats voor diverse soorten vogels: duizenden spreeuwen waar een sperwer op afkwam maar zijn oog liet vallen op een zwarte ruiter die met veel misbaar te kennen gaf hier niet van gediend te zijn, er zaten donderdagavond uiteindelijk 17 zwarte ruiters, rond de 40-50 kemphanen, veel eenden, twee grote zilverreigers vlogen over richting Weipoort, waar de laatste week steeds (1 à 2) zilverreigers worden gezien.

’s Morgens nog even kort autoritje gemaakt, 50 wulpen in Oostbroekpolder, 19 zwarte ruiters en 1 lepelaar in Starrevaart.

Vrijdag 4 augustus 2000

Als er een mysterie over de dam is, volgen er meer…. Vrijdag rond de middag bij de Starrevaart tot tweemaal toe een roofvogel aan de andere kant van de plas. Lange staart, recht afgesneden, gevingerde handpennen, grootte van een bruine kiekendief, vlucht leek op kiekendief, maar geheel witte kop en onder- en bovenkant van vleugels voor een groot deel wit. Vogel leek iets groter dan een kiekendief, hield vleugels vrij recht, vleugelpunten iets omhoog. Veroorzaakte veel onrust, een sperwer viel hem tot tweemaal toe aan.

Verder o.a. 2 bruine kiekendieven, 34 lepelaars. 5 kemphanen, 7 zwarte ruiters, 2 bosruiters, 3 witgatjes, 2 bonte en 2 kleine strandlopers, meer dan 10 oeverlopers, 3 grutto’s, 1 Indische gans en een waterral langs Kniplaan ten westen van de uitkijktoren. In het slootje naar de hut nog steeds het paartje rosse stekelstaart met 7 kuikens en middenop de plas een man en vrouw. In De Wilck 4 kemphanen en in Oostbroekpolder weer tientallen wulpen. In de Grote Polder een bruine kiekendief. ’s Avonds langs Molenslootpad. Gesproken met een landbouwer die bekend is met kwartels in dat gebiedje maar ze dit jaar ook (nog) niet gehoord heeft. Wel een bruine kiekendief.

Zondag 6 augustus 2000

Een tipje van het mysterie is opgelost: er zitten 2 porseleinhoentjes in de Noordhovense moerasjes. Vrijdagavond was dat al duidelijk geworden, zondagavond was ik ook getuige van twee hoentjes naast elkaar. Ondanks de invallende duisternis en de schaduw van het riet waren de parelende stipjes op keel en buik te zien. De een was bruiner, had een lichte keelvlek en bij het vliegen op flanken dan wel op ondervleugels een lichte streep. Een juveniel? Heb die streep niet kunnen vinden op afbeeldingen van vliegende rallen.

Vrijdagavond vlogen, terwijl er twee porseleinhoentjes in beeld waren, nog twee à drie kleine rallen in het riet, zodat alle raadsels nog niet zijn verdwenen. Verder de ‘gebruikelijke’ vogels op de slaapplaats: veel spreeuwen en eenden, enkele tientallen kemphanen, wat zwarte ruiters (minder dan de vorige keren) en een groenpootruiter. Enige twijfel over een witgatje. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk wanneer de moerasjes op de schop gaan, er wordt nog gepraat; uiteraard wordt gehoopt op uitstel tot de herfst. Steeds meer buurtbewoners komen geïnteresseerd een kijkje door de telescopen nemen.

Maandag 7 augustus 2000

Vanavond een grote groep goudplevieren in De Wilck. Ze zaten over een flinke oppervlakte verspreid, meestal weggedoken in lang gras, heb er zo’n negentig geteld maar er zaten er ongetwijfeld meer. Twee buizerds zaten ze op hun gemak te beloeren, een vr bruine kiekendief cirkelde actief rond en vond en dook op een prooi, werd ter plekke geconsumeerd. Een purperreiger kwam langzaam aanzeilen en ging nog wat vissen. Ook veel wulpen in de lucht, zich gereedmakend voor overnachting in De Wilck; in de Oostbroekpolder zaten er zo’n honderd op het weiland.

Met boer gesproken die in bestuur van boerenbond had gezeten. Hij vertelde dat er lang verzet is geweest van boeren zelf maar dat ze nu gezwicht zijn en hebben ingestemd met de teelt van snijmaïs in dit gebied. Die maïs wordt met stengels, bladeren en kolven vermalen tot veevoer; volgens hem is kopen trouwens voordeliger dan zelf telen. Die horizonvervuilende maïsvelden, waar weinig vogels de lol van inzien, schuilplaats voor vossen ….. nou ja, laat ik proberen me er niet aan te ergeren. Die boer vertelde dat hij vanmorgen bij Gelderswoude een ijsvogel had gezien.

Dinsdag 8 augustus 2000

Tochtje naar de Starrevaart. Onderweg in de Oostbroekpolder de gebruikelijke wulpen (enkele tientallen), in De Wilck een groepje goudplevieren en 3 bruine kiekendieven, in de Grote Polder 2 bruine kiekendieven, in de Geerpolder een zestigtal wulpen, 2 regenwulpen, 5 kemphanen en 19 grutto’s.

Op de Starrevaart weer aanwezig aalscholver rode ring met witte letters KS en verder o.m. 13 lepelaars, 3 Canadese ganzen, 1 Indische gans, 1 casarca, 7 zomertalingen, 2 m en 1 vr rosse stekelstaart op plas en in slootje 1 vr met 7 pullen, 1 grutto, 10 zwarte ruiters, 13 kemphanen, 10 kleine plevieren, 3 bonte strandlopers (1 nog in zomerkleed), 2 kleine strandlopers, 10 oeverlopers en 1 watersnip.

Woensdag 9 augustus 2000

Vanmorgen ‘ontdekte’ ik 2 goudplevieren in de Zevenhuizense moerasjes, volgens de aanwezige vaste schrijvers van het gebied was dat de 24ste soort steltloper in vrij korte tijd. Gisteren waren er 7 zwarte ooievaars geland, een roerdomp is regelmatig te zien. Vandaag de ‘gebruikelijke’ gasten, watersnippen (10), oeverlopers, kleine plevieren, groenpootruiters (2), kluten, kemphanen, grutto’s (4), kieviten, kleine strandloper, enkele bosruiters en zwarte ruiters, kluten, groepjes kneuen en flink wat witte kwikken.

De show werd gestolen door de roofvogels, met name 2 boomvalken die vol gas doken op buizerds (6 stuks), insecten uit de lucht plukten en afschoten op prooien tussen het riet. En dat alles vlakbij, het bruinrood op de buik was goed te zien, een indrukwekkende demonstratie van kracht en gratie. Verder ook nog 3 bruine kiekendieven, 2 torenvalken en 1 sperwer.In de wildernis tegenover de parkeerplaats zaten 2 tapuiten.

’s Avonds langdurig een fraai getekend porseleinhoen in Noordhove in beeld. Verder geen ‘kleine’ rallen, bij vertrek diverse malen een vrij lang aangehouden, zacht en schor blazend geluid uit het riet, een waterral? Een boomvalk vloog over, weer veel eenden en spreeuwen op de slaapplaats en verder o.m. 4 witgatjes, 9 kemphanen en 3 zwarte ruiters.

Vrijdag 11 augustus 2000

Rond het middaguur een tijd tegen een hek gehangen langs het Gelderswoudse Kerkpad. Wat een heerlijke rust in de polders! Nou ja, rust? Zeker als een boomvalk nogal hongerig naar beneden kijkt, komen er heel wat weidevogels in beweging. De valk stelt zich tevreden met een insect, dat vliegend wordt verorberd. Honderden kieviten en spreeuwen, een paar grutto’s, ook een tureluur, vijftien kemphanen.

Het is opvallend hoe vaak die groepjes vogels opgeschrikt worden door overvliegende roofvogels, een bruine kiekendief, een paar buizerds, soms gaat zelfs voor torenvalkjes alles de lucht in. Opvallend veel reigers die nu en dan met hun kop boven de slootrand uitgluren, een overtrekkende groep van dertig kemphanen, negen regenwulpen kondigen hun komst via hun zeventonige hoorn aan en zoeken de anonimiteit van een grote kluit kieviten.

Een merkwaardig verschijnsel in een veld wintertarwe langs het Molenslootpad. Net of het hele veld ‘knispert’, alsof er duizenden insecten aan het knagen zijn. Het veld ‘zoemt’ er van, maar geen beestjes te zien. Het is bijna bladstil, dus de wind kan ook de oorzaak niet zijn. Misschien dat de bijna rijpe aren door de zonnewarmte aan het uitzetten zijn? In het veld zomertarwe precies aan de andere kant van het pad hoor ik niets. Die tarwe is pas in februari gezaaid (wintertarwe gaat in november de grond in) en wordt een week of drie later geoogst. Ik moet m’n licht eens gaan opsteken bij een landbouwer.

Zaterdag 12 augustus 2000

Te mooi weer om met de telescoop te zeulen, dus ’s middags kijkertje om de nek en fietsen maar. Nou ja, als dan de eerste de beste beetje ‘interessante’ vogel een vr blauwe kiekendief is, met van die mooie donkere banden op haar staart en met die grote witte stuit, die heel dichtbij voorbij zweeft, dan heb je toch niets aan een telescoop. (Weer) te laat met m’n videocamera, ik moet een oplossing vinden om hem steeds bedrijfsklaar te hebben. Ook langs het Molenslootpad twee bruine kiekendieven en de korte onrustroep van een bosrietzanger in een met riet en wat struikjes volgegroeide sloot(kant).

Langs het Gelderswoudse Kerkpad 3 buizerds en nog grotere groepen kieviten dan gisteren, enkele kemphaantjes. In De Wilck zitten nog veel grotere groepen kieviten, met talloze spreeuwen en ook enkele honderden goudplevieren, te ver weg om een preciezere schatting te maken. Vier bruine kiekendieven jagen ze regelmatig de lucht in. Vijf gele kwikstaarten vliegen voorbij. Die gele kwikken zie je niet zo vaak in De Wilck (een weidegebied), wel altijd langs het Molenslootpad (landbouwpercelen). In de Oostbroekpolder een kleine driehonderd wulpen.

Met oud-landbouwer gesproken en die bevestigde dat als het koren bijna volgroeid is, de zon de oorzaak is van die ‘knappende’ geluiden, als de korenkorrels ruimte zoeken in de aren. Voor leergierigen als ik: wat ik als wintertarwe omschreef, blijkt ‘overgangstarwe’ te zijn, minder zware korrels dan van de ‘ouderwetse’ wintertarwe, die verteren kennelijk moeilijker en mens noch vee neemt in deze tijd de tijd om z’n voedsel voldoende te kauwen. Ook deze voormalige landbouwknecht, die een nostalgisch verhaal vertelde over het ploegen van de bouwakkers met vier paarden, je zág hem mennen en hóórde de hoon van andere ploegers als hij een beetje scheef ging, had nog geen kwartels gehoord.

Zondag 13 augustus 2000

’n Zwoele en rustige avond bij Noordhovense moerasjes. Drie vogelaars die de cursussen vogelherkenning aan drie omwonenden voortzetten. Vroege vogelaar Adrian had geluk: hij had twee porseleinhoentjes gezien, op zo’n tien meter. Toen ik om kwart over 9 aankwam, moest ik me ‘behelpen’ met de gebruikelijke aanwezige slaapgasten als wat kemphaantjes, zwarte ruiters, oeverlopers en uiteraard eenden en veel spreeuwen. Vier kluten fleurden door hun fraaie klederdracht en hun geluiden de boel een beetje op.

Maandag 14 augustus 2000

Dat gebeurt je niet elke dag: 3 reigersoorten tegelijk. Op de Starrevaart ui-eraard blauwe reigers, een purperreiger landde in de rietkragen ten noorden van de hut en een kleine zilverreiger voelde zich thuis tussen de lepelaars bij de meeuwenkolonie. Op zoek naar de vierde reigersoort onderweg naar huis nog nauwkeuriger de Oostbroekpolder bespied (plukjes wulpen; in de Westbroekpolder een kleine tweehonderd) en De Wilck (3 bruine kiekendieven), maar geen grote zilverreiger.

Op de Starrevaart veel vogels, vooral eenden en kieviten op de slikken. Er waren 48 lepelaars, waarvan een adult met rechts een gele ring boven en een rode onder en links boven een aluminium en onder een witte ring met zwarte horizontale band net boven het midden. Ook aalscholver met ring KS was er weer. Verder o.m. 1 geoorde fuut, 2 Canadese ganzen, 1 Indische gans, 1 heilige ibis, 48 lepelaars, 2 pijlstaarten, meer dan 5 zomertalingen, 10 grutto’s, 2 tureluurs, 4 groenpootruiters, 3 bosruiters, 16 zwarte ruiters, 11 kemphanen, meer dan 10 watersnippen, 7 oeverlopers, 2 bonte strandlopers, 1 kleine strandloper en 6 bontbekplevieren.

’s Avonds in Noordhove waren 2 porseleinhoentjes geruime tijd te zien, tweemaal zaten ze naast elkaar, dus in één beeld gevangen! Twee sperwers waren nieuwsgierig in de weer boven de vele, vele duizenden spreeuwen die in grote golven vanuit de polders bléven aanstormen. Ook werd een boomvalk gezien. Verder o.m. regelmatig het gekrijs van waterrallen, 25 kemphaantjes, 4 zwarte ruiters, 1 oeverloper en in het donker arriveerden 2 roepende watersnippen. Tussen de eenden zaten zomer- en wintertalingen en slobeenden.