Vorige week dinsdag lag er in onze vakantietuin in Anholt
een vervellende levendbarende hagedis (Lacerta vivipara – Common Lizard) op een blad te zonnen.
Voorzichtig een foto gemaakt, takje vlak voor zijn kop maar ik dacht:
er komt nog wel een kans op een ‘betere’ foto. Helaas heb ik hem* niet meer gezien!
(* Later hoorde ik dat het een vrouwtje was: de eieren zijn in aanleg al aanwezig.)
Inmiddels zijn we na een kleine twee weken vakantie uit Drenthe teruggekeerd.
Scharrelen in de polders doe ik graag, maar struinen op de hei staat met stip op twee!
Op het ogenblik zijn er weinig vogels, libellen (wel nog rode heidelibellen) en andere insecten te zien.
Maar als je zo tussen hei en pijpenstrootjes dwaalt, valt er altijd wat te ontdekken.
De afgelopen weken zag ik er flink wat rupsen van veelvraten in de struikhei.
Waarom zouden ze deze vlinders veelvraten noemen? Ik heb geen verklaring kunnen vinden.
Misschien omdat de rupsen zo groot zijn (een centimeter of zeven) en veel voedsel nodig hebben?
Maar alle rupsen zijn toch grote eters? De rupsen hebben in elk geval heel ‘beschaafde’ kleuren.
Nadat het dinsdag geregend had doken er ineens ook veel paddenstoelen op.
Veel kleine witte en bruinachtige zwammen, waarvan determinatie zo moeilijk is.
Maar ook grote exemplaren, zoals een eikhaas, ongeveer een halve meter ‘lang’.
Het kopjesbekermos daarentegen varieert van enkele millimeters tot hooguit een centimeter.
Grote sponszwam (Sparassis crispa – Cauliflower Mushroom) in Ansen.
Heel veel langpootmuggen (Crane Fly), dit is een Tipula palludosa of een Tipula oleracea.
Op de hei staat het boordevol heide. Ik heb me nooit in de verschillende soorten verdiept,
maar een lezeres schreef me na publicatie dat dit struikheide is (Calluna vulgaris – Heather).
Akkerhommel (Bombus pascuorum – Common Carder Bumblebee) op blauwe knoop langs de Ruiner Aa.
Met hun zachte roodbruine kleur vind ik akkerhommels een van de aardigste hommelsoorten.
In de tuin kwamen regelmatig een paar glanskoppen (Poecile palustris, Marsh Tit).
Het zijn vogels die je in droge gebieden ziet, niet bij mij in de natte poldergebieden.
Kopjesbekermos (Cladonia fimbriata – Trumpet Lichen) zie je al snel over het hoofd,
zo klein zijn deze korstmossen. Vergelijk ze maar eens met de konijnenkeutels.
***
Recensie
Herfstpret
Hoe dieren overleven in de herfst
Tialda Hoogeveen en Irene Goede, KNNV 2009, € 13,95
Het derde jeugdboek in een serie over de vier seizoenen.
Klik hier voor de bespreking
|