Jan05_05

Woensdag 5 januari 2005 – Niet zo veel te zien. Of toch?

Via e-mail en in het veld krijg ik de laatste tijd regelmatig te horen ‘dat er niet zo veel te zien is’. Dat slaat dan niet op de hoeveelheid vogels (kijk maar eens naar al die smienten en ganzen en kieviten enz.) maar op de hoeveelheid soorten. Die is op het ogenblik inderdaad niet zo groot. Dat heeft niet alleen met het tijdstip van het jaar te maken, maar ook de harde wind speelt een rol: vogels zoeken dan toch graag wat beschutting. De trektellers langs de kust zien nog wel wat voorbij vliegen, maar ook daar worden niet veel verschillende soorten geturfd.

Vandaag woei het iets minder stevig. Toch zocht de slechtvalk die vanmorgen midden in De Wilck zat, de beschutting van een slootkant op. Een paar hupjes en weg was ‘ie. En dat doen dus veel vogels (net zoals mensen want het is buiten behoorlijk rustig met wandelaars en fietsers!), op een luw plekje gaan zitten.

Knobbelzwaan050105

Deze jonge knobbelzwaan (Cygnus olor – Mute Swan) zit al geruime tijd in zijn eentje op het eerste weiland links van de oostelijke ingang van De Wilck. Wat zou er met zo’n vogel aan de hand zijn, denk je dan. Kon je het hem maar vragen. Op het weiland aan de rechterkant zit een paar met twee jonge vogels, daar zit hij nooit bij. Overal in de omgeving zitten knobbelzwanen, en waarom blijft deze dan in zo’n klein hoekje zitten? Zou het sprookje over het lelijke eendje van Hans Andersen op waarheid gebaseerd zijn?

Een van die fietsers ging als een dolle tegen me te keer. Ik reed over de Mattenkade in Koudekerk a/d Rijn de Lagenwaardse Polder in, om kleine zwanen te tellen (126; 122+4) en de honderden kolganzen te bekijken. Een fietser met loslopende hond reed voor me. Alleen al vanwege de hond reed ik stapvoets. De man liet duidelijk merken dat hij vond dat ik daar niet mocht rijden (het is een fietspad, maar de eerste kilometer is voor autoverkeer toegestaan). Toen ik hem wilde passeren maakte hij een wilde slingerbeweging naar de auto, ik kon hem net ontwijken.

Ik parkeerde op de plaats waar je met een auto niet verder mag, ging de zwaantjes tellen en daar kwam hij alweer aan. “Idioot, a-sociaal”, dat waren zijn netste scheldwoorden. Ik mocht daar niet komen, ik had hem expres proberen aan te rijden, hij dreigde zelfs vaag met geweld maar volstond er uiteindelijk mee om mijn nummerbord te noteren en een klacht bij de politie in te gaan dienen wegens opzettelijke poging tot aanrijding….

Ongelooflijk, wat een agressiviteit. Die heeft hij zijn hond kennelijk bijgebracht, want die ging ook als een razende tegen me te keer. Zielige hond om zo’n schreeuwende baas te hebben. Voor alle zekerheid heb ik later nog geïnformeerd, maar ik reed daar volkomen legaal.

Ooievaars050105

De twee ooievaars (Ciconia ciconia – White Stork) uit het Spookverlaat missen volgens mij hun nest dat vlak bij de Amalihut staat en waar ze al heel wat jonge uivers ter wereld hebben gebracht. Toen de knotploeg van de vogelwerkgroep Koudekerk/Hazerswoude onlangs snoeiwerkzaamheden uitvoerde, bleek het nest aan een stevige onderhoudsbeurt toe. Er wordt nu een onverwoestbaar nest op de paal gemonteerd, dat binnenkort wordt geplaatst. Maar dat weten de ooievaars nog niet. Ze foerageren in de omliggende weilanden en kijken nu en dan met een schuin oog naar die lege plek. Of vergis ik me?

In de Amaliahut was het heel wat rustiger. Op het plasje was weinig te beleven, wat krakeenden die net als de wilde eenden hun fluitende baltsroep lieten horen, kuifeenden, een man wintertaling, een paar vinken en mezen. Rustig zitten en wachten, dan gebeurt er altijd wat. Een groep van zo’n acht staartmezen trok roepend langs de hut, een roodborstje op een stam toonde zijn mooie oranjerode borst.

Dan ineens wordt de rust verstoord: een sperwer duikt uit het niets op en schiet naar het eilandje voor de hut. Een watersnip die daar onzichtbaar, althans voor mensenogen, zat te zijn, weet ternauwernood te ontsnappen. De sperwer gaat even later op een tak op het eilandje zitten en valt een andere watersnip aan, die luid krijsend en schuin omhoog zigzaggend kan ontkomen. De sperwer loert nog even maar kennelijk zijn er geen snippen meer voorhanden en dan vliegt hij weg. Veel soorten vandaag? Nee, maar het was wel weer spannend!

Sperwer050105

De sperwer (Accipiter nisus – Sparrow Hawk) bleef slechts kort op het eilandje zitten. Het zijn bijzonder wantrouwige vogels die bij het minste geringste naar een andere dekking vliegen.