Donderdag 6 januari 2005 – Eén koude uil

De voortekenen waren gunstig. Gisteren waren zo’n tien velduilen (en opnieuw een melding van een jagend vrouwtje smelleken) actief in het Bentwoud, de zon straalde en, nou ja, er stond ook wel veel wind. Na een paar uur werd die wind steeds sterker en behoorlijk onaangenaam, het ‘woud’ bood weinig bescherming.

Van de steeds rondvliegende 500 à 600 goudplevieren, 1 kramsvogel, 1 graspieper, 1 veldleeuwerik, de 3 buizerds en een handvol torenvalken, werd ik ook niet echt warm en de velduilen lieten zich maar niet zien. Zouden de muizen op zijn?

Het was al half 5 geweest, diverse vogelaars waren al weggegaan, ik had mijn spullen ook ‘ingepakt’ en toen verscheen er toch nog een uiltje. De vogel vloog vlak langs het groepje kleumende vogelaars naar het westen waar we nog even van zijn vliegcapaciteiten konden genieten. Toen was de show over. Volgende keer beter!

Vanmorgen was ik een tijdje naar de Starrevaart geweest. Onderweg geen kleine zwaan gezien, in de Zwetpolder 1 grote zilverreiger, in de Westbroekpolder de 2 sneeuwganzen.

Op de plas 110 wulpen, 3 vrouw en 1 man brilduiker, 8 man en 5 vrouw rosse stekelstaart, 1 man grote zaagbek, 1 grutto (wat een slaap heeft dat beest, hij staat altijd te dutten!) en langs de ka 7 graspiepers en 2 waterpiepers. De ‘nieuwe’ roestplaats van ransuilen in het Noord Aa-gebied was verlaten.

Graspieper (Anthus pratensis – Meadow Pipit) langs de Starrevaart.

Man brilduiker (Bucephala clangula – Goldeneye, male) voor de kijkhut.