Dinsdag 11 oktober 2005 – Trap niet op bokjes!
Rupsvoertuigen met een geluid alsof er tanks langskwamen. Ze waren vanmorgen langs de Starrevaart bezig met slootjes schoonmaken en de bagger en plantenresten werden aan de noordkant gedumpt. Daar moeten nieuwe rietvelden ontstaan.
Ondanks die enorme herrie en het gedreun moet er op een meter of twee, drie van die voertuigen een bokje verscholen hebben gezeten. Toen ik namelijk door de baggersporen liep om foto’s van de werkzaamheden te maken, vloog er vlak voor mijn voeten een bokje omhoog.
Tijdens een bezoek aan kennissen in Giessenburg vanmiddag vloog deze heel licht gekleurde buizerd (Buteo buteo – Buzzard) over hun boerderij. De bovenzijde van zijn vleugels was bruin.
Bokjes zijn kleine snippen, veel en veel zeldzamer dan hun neven watersnip, iets kleiner, wat andere tekening en ook een kortere snavel. Dat kan je in de (v)lucht goed zien, zoals dit weekend nog boven het Buytenpark.
Het belangrijkste verschil is echter hun gedrag. Een watersnip vliegt al op meters afstand op, bokjes vertrouwen zo op hun camoeflage, dat ze pas wegschieten als je er bijna op stapt. Verder roept een watersnip als hij wegvliegt, een bokje roept niet en zal in een bijna rechte lijn wegvliegen en snel weer gaan zitten. Watersnippen zigzaggen schuin omhoog en verdwijnen op grote(re) afstand.
Winterkoning (Troglodytes troglodytes – Wren) in het Buytenpark.
In de bossen van Leersum gisteren diverse paddenstoelen gefotografeerd. Zonder hulp van Hans Adema van Naturalis in Leiden zou ik de moeilijke soorten, zoals hierboven een beginnende dikrandtonderzwam of platte tonderzwam (Ganoderma spec), niet op naam kunnen brengen.
Mooi is altijd het gewone eekhoorntjesbrood (Boletus edulis – Penny Bun) met de subtiel harmoniërende bruine en beige tinten.
Bokjes broeden in het noorden van Europa en overwinteren zuidelijker, als het niet te hard vriest ook bij ons. Je kan ze vooral treffen op drassige stukken grond, zoals de noordkant van de Starrevaart.
Het was vanmorgen niet mijn enige aardige waarneming: er trok een boomleeuwerik over. Leuk en karakteristiek zijn de spechtachtige golvende vlucht en het snelle fluitje dat klinkt als dru’drudrie. Verder o.m. 1 scharrelende waterral en 2 krijsende, 30 bergeenden, 2 baardmannen, 2 bonte strandlopers, 1 scholekster en een ijsvogel in het plasje.