Donderdag 26 mei 2005 – Dilemma’s (vervolg)
De prachtige Zouweboezem is mede bekend door broedende roerdompen en een grote kolonie purperreigers. Gezien is dat Canadese ganzen zich agressief gedragen tegen roerdompen (een had zelfs een roerdomp in de kladden gevat) en dat nijlganzen steeds lastiger worden voor de purperreigers.
Dat is zo’n dilemma waar je tegenaan loopt en waar ik geen natuurvriendelijke oplossing voor weet. Verbodsborden helpen niet: zelfs mensen begrijpen bordjes ‘honden aan de lijn’ al niet. De natuur haar gang laten gaan met vrijwel zeker het verdwijnen van zeldzame vogels die hier van oorsprong horen? Of toch maar schieten?
Het woord ‘lief’ klinkt nogal zoetsappig, maar die jonge nijlganzen (Alopochen aegyptiaca – Egyptian Goose) zien er toch écht erg leuk uit! Hun ouders mogen eveneens best gezien worden, maar (ook) in dit geval bedriegt het uiterlijk: nijlganzen zijn agressieve vogels die geen pardon kennen met andere vogels. Daarom dus afschieten?? Foto 13 mei Benthuizer Plas.
Principieel ben ik niet tegen het in de hand houden van dier en plant als situaties onhoudbaar worden, of als er onaanvaardbare schade wordt aangericht. De afweging om vogels (om me daartoe te beperken) dood te schieten, wordt echter veel te makkelijk gemaakt door instanties waar te losjes over een geweer wordt gedacht. De noodzaak tot afschot zal objectief en onomstotelijk moeten worden aangetoond, indien natuurvriendelijke oplossingen niet werken. Respect voor het leven.
O.a. in Zuid-Holland had het provinciebestuur besloten om driekwart van de ‘overzomerende ganzen’ (dat is tussen april en september) dood te laten schieten omdat boeren klaagden over overlast. Het gaat om de drie soorten ‘wilde’ ganzen (kol-, brand- en grauwe gans) die ook steeds meer ’s zomers hier blijven. Vaak nakomelingen van ontsnapte vogels. Stichting De Faunabescherming in Amstelveen had bij de rechter bezwaar aangetekend tegen de ontheffing van de Flora- en faunawet waardoor zo veel ganzen vogelvrij waren verklaard.
Ook grauwe ganzen (Anser anser – Greylag Goose) vermenigvuldigen zich de laatste jaren in hoog tempo. Er zijn er veel, misschien wel te veel voor het mooi, afschieten dus?? Foto vandaag in Buytenpark (daar verder geen bijzonders, hoewel een spotvogel dat eigenlijk wel aan het worden is).
De voorzieningenrechter in Den Haag heeft vandaag die ontheffing geschorst: het is in strijd met de wet. Eerst moet maar eens een zorgvuldig faunabeheerplan worden opgesteld en moeten de beloofde gedoogzones voor ganzen worden aangewezen. Het wachten is nu op een reactie van het provinciebestuur op de bezwaren van De Faunabescherming. Een stukje van mijn dilemma is hiermee verdwenen: we hebben gelukkig een onafhankelijke rechterlijke macht die toetst of het echt noodzakelijk is om dieren te doden.
De afgelopen weken telde ik tussen de Wilckplas en de Amaliaplas ongeveer driehonderd knobbelzwanen (Cygnus olor – Mute Swan)! Ik weet niet of er een afschotvergunning is verleend of dat er nu pas een heleboel naar andere streken (Oost-Europa) zijn teruggekeerd, feit is dat er nu nog maar enkele tientallen in dit gebied zitten. De sierlijkste onder de zwemvogels, met prachtige kuikentjes, ze vreten flink wat gras en, nog erger, hun uitlaatplakkaten zijn groot en funest voor landerijen. Schieten dan maar?? Foto 18 mei in De Wilck.
Als op enige moment wordt erkend dat er geen andere middelen meer helpen dan schieten? Dan heb ik weer een dilemma want tussen april en september broeden de vogels en ze in die periode doden vind ik nóg stuitender. Dat alles dan nog los van een volgend dilemma: helpt afschieten wel? Want de vogels ‘vullen’ de leemtes die ontstaan door het verwijderen van hun soortgenoten toch wel weer op en dan kan je blijven schieten. En aan plezierjacht heb ik een broertje dood.
Dit alles geldt dan ‘onze’ ganzen, maar wat met die nijlganzen, Canadese ganzen en andere exoten waarop het hele jaar geschoten mag worden? Juist deze exoten en overzomerende ganzen zoeken (de rustige) natuurgebieden op. Als je bijvoorbeeld in De Wilck rondkijkt, kan je met je boerenverstand vaststellen dat er zo veel van dit spul rondloopt en broedt, dat er minder plaats is voor oorspronkelijke soorten, of dat ze die tenminste verstoren. Moet je ze daar (ook) gaan schieten?
Onze wilde eend (Anas platyrhynchos – Mallard) valt niet in de categorie ‘lastposten’ maar er mag in een bepaalde periode gewoon op gejaagd worden. Foto 20 mei onder kijkgat Starrevaarthut.
Het zijn dilemma’s waar ik niet uitkom. En waar ik ook niet te veel aan denk of aan wil denken om me het genot van het natuurbeleven niet te laten ontnemen. Maar nu en dan ontloop je de materie niet. Wij mensen moeten in elk geval zorgen voor omstandigheden waarin plant en dier zo goed mogelijk kunnen gedijen, wij moeten ze zo min mogelijk verstoren en we moeten slechts in het uiterste geval ingrijpen. Weloverwogen.
NB: Ik laat me graag door andere meningen overtuigen. Indien er reacties komen, verwerk ik die wellicht in een follow-up, uiteraard met de namen van de inzenders.