Foto’s vandaag van jagende mannen (boven) en vrouwen of onvolwassen
blauwe kiekendieven (Circus cyaneus, Hen Harrier; male above).
De foto’s zijn op grote afstand gemaakt onder slechte lichtomstandigheden.

Elk jaar overwinteren er een paar blauwe kiekendieven in de polders in mijn omgeving.
Dit jaar zijn dat er meer, zeker sinds de sneeuw in het westen van het Groene Hart is verdwenen.
Meestal zijn het vrouwen of onvolwassen vogels, donker met een onmiskenbare witte stuit.
De in ons land veel algemenere bruine kiekendieven hebben geen witte stuit.
De afgelopen dagen heb ik op verschillende plekken 3 mannen en 3 vrouwen/jongen blauw gezien.

De volwassen mannen blauwe kiek zijn lichtgrijsblauw met zwarte vleugelpunten, heel sierlijke vogels.
Ook deze mannen hebben een witte stuit, al valt die minder op dan bij de donkere vrouwen.
’s Winters kan er geen verwarring mogelijk zijn met andere kiekendieven, want die zijn nu in Afrika.
In andere jaargetijden kan je soms een grauwe kiekendief zien of een heel zeldzame steppekiek.
Die hebben ook witte stuiten en dan zal op andere kenmerken gelet moeten worden.

Ook deze foto van patrijzen (Perdix perdix, Grey Partridge) vanmorgen op grote afstand gemaakt.


Vandaag opnieuw vele, vele honderden, duizenden, kramsvogels in de polders.
Daartussen neemt het aantal koperwieken (Turdus iliacus, Redwing) toe, foto vandaag in Zoetermeer.
Beide vogelsoorten zijn niet erg schuw en je kan (door een verrekijker) goed zien hoe mooi ze zijn.

Op deze mooie sneeuwfoto van Siep Konijn© zijn sporen van meerkoeten en waterhoentjes te zien.
De verse sporen zijn waarschijnlijk van een waterhoen, een landingsspoor (twee afdrukken midden rechts)
en daarna het loopspoor. De vele dichtgesneeuwde sporen zijn van waterhoen en/of meerkoet.
De foto is gemaakt op 15 januari op De Kromme Leek bij Zwaagdijk.
De Leek is een voormalig veenriviertje in West-Friesland, ontstaan circa 1000 v. Chr.