Dit is een volwassen vrouw pestvogel (Bombycilla garrulus, Waxwing, female).
De grootste verschillen tussen volwassen man en vrouw: haar kuif is korter,
de gele staartband van man is breder en de zwarte keelvlek is bij man scherp(er) begrensd.
In de tuinen van een rustige Haarlemse wijk huist al enkele dagen een pestvogel.
Misschien zit zij er al langer, maar zondag is ze voor het eerst gesignaleerd
door een lezeres van Vogeldagboek; zonder haar hulp was de vogel niet te vinden geweest.
De vogel foerageert vooral op appels op de voedertafels en op sierappeltjes (Malus).
Enkele malen werd de pestvogel verjaagd door kauwen en meeuwen
en ging ze in een boom of op een lantaarnpaal zitten. En dan was ze weer weg, ergens in een tuin.
Het is al weer vier jaar geleden dat er een invasie van pestvogels in ons land was.
Tot nog toe werd deze winter slechts een handvol van deze Noord(oost)-Europese vogels waargenomen.
Op waarneming.nl las ik vandaag echter van een toenemend aantal, plus een groep van veertig!
Eerder schreef ik al eens dat de naam pestvogel geen recht doet aan de schoonheid van deze vogel.
Volgens overlevering (zie o.a. het boek De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis)
werden deze vogels in verleden tijden gezien als voorbodes van pestepidemieën.
Nou ja, vroeger dacht men ook dat boerenzwaluwen in de modder van de rivier overwinterden…
De wetenschappelijke naam voor pestvogel is Bombycilla garrulus: praatgrage zijdestaart.
Het Duitse Seidenschwanz sluit hier bij aan, evenals het Franse Jaseur boréal.
Maar het Engelse Waxwing heeft mijn sterke voorkeur: Lakvogel!
De als stempellak ogende rode vleugelpunten zijn (vooral bij mannen) zeer fraai en karakteristiek.
Een bijzonder moment: naast de pestvogel landt een spreeuw (Sturnus vulgaris, Starling)
die voluit gaat zitten zingen… en de vrouwelijke pestvogel geeft de mannelijke spreeuw antwoord!