De lengte schatte ik op 1.30 à 1.50 meter, echt een joekel. De naam toornslang heeft hij niet voor niets: je kan hem beter niet beetpakken want dan pakt hij jou en hij bijt graag, zo heb ik gelezen. Deze slang komt voornamelijk voor in de zuidelijke helft van Frankrijk en Italië. Ik heb altijd gedacht dat ‘serpent’ het Franse woord voor slang was. Nou, in Europa komt niet één serpent voor! Alle slangen in ons werelddeel hebben mooiere namen, zoals couleuvre, vipère of coronelle. Buiten Europa leven wel serpenten: een ratelslang bijvoorbeeld heet serpent à sonnette. Op ons vakantiepark in Castellane heb ik drie soorten couleuvres gezien. Die toornslang zag ik op een rotsrandje liggen, het dier lag te zonnen. Van de toornslang kon ik een aantal foto’s maken, maar o wat zijn die slangen schuw. Die voorzichtigheid leverde me in elk geval nog een adderringslang op.
*** Frits Bink, KNNV Uitgeverij 2010, ISBN 978 90 5011 330 4, € 29,95 |
100622 Niet alle slangen zijn serpenten
|