Fotogids Mossen

Fotogids_Mossen.jpg

 Auteurs
Klaas van Dort en Chris Buter

Fotografie
Bart Horvers

Uitgave
KNNV Uitgeverij 2010
368 pagina’s, 16,5 x 24 cm, harde omslag
ISBN 978 90 5011 312 0
€ 49,95

Fotogids_mossen2.jpg

Fotogids Mossen

Nederland en België – Ruim 600 soorten – Meer dan 800 afbeeldingen

Vol trots zullen de auteurs van de Fotogids Mossen het eerste exemplaar van hun prachtige boek in handen hebben gehad. Het ziet er dan ook geweldig uit, met fraaie foto’s, mooi ingedeeld, korte en puntige beschrijvingen van 712 soorten en variëteiten in Nederland en België, en zeshonderd soorten in kleurenfoto’s.

Mossen zijn lastig op naam te brengen. Sprinkhanen en mossen zijn wat dat betreft mijn ‘favorieten’. Dit boek geeft zulke duidelijke afbeeldingen dat het determineren van mossen voor geïnteresseerde leken wat gemakkelijker zal zijn dan via bestaande boeken.

Een loep is daarbij onontbeerlijk; er is zelfs een hoofdstukje gewijd aan hoe je een loep moet gebruiken! De meeste mossoorten zullen echter onder een microscoop gelegd moeten worden voor zekerheid.

Er is, zoals in zulke boeken behoort, een algemene inleiding over mossen (drie hoofdgroepen: levermossen, hauwmossen en bladmossen; korstmossen zijn geen mossen en worden niet behandeld), de hoofdmoot vormt uiteraard de soortbeschrijving.

De samenstellers hebben gekozen voor een indeling volgens groeiplaatsen. Bijv. waterkant, moerassen, grasland en duin, schorsbewoners, mossen op steen enz. Dit volstaat volgens hen in de meeste gevallen, al erkennen ze dat er bij een aantal mossen discussie over mogelijk is. Jammer dat die twijfelgevallen niet in de twee of meer betreffende rubrieken zijn opgenomen. Want als beginnend moskundige sta je zo op het verkeerde been.

Dat geldt ook voor de foto’s. Natuurlijk heeft de fotograaf gestreefd naar de mooiste opnamen, hij had zelfs een verfrissend spuitje bij zich om de mossen er op hun zondags uit te laten zien, of hij reisde voor mooie exemplaren de grens over. Bij diverse foto’s staan detailopnamen. In het veld zullen de mossen er echter vaak minder gladjes bijstaan dan in het boek en ook dan zal een microscoop uitsluitsel moeten geven.

Om foto’s te kunnen maken zijn van enkele tientallen (zeer) zeldzame mossen herbariumexemplaren opgeweekt. Met name over deze foto’s is in de bryologenwereld beroering ontstaan. Een aantal moskundigen heeft uitsluitend op basis van de gepubliceerde foto’s zo’n zeventig mossoorten bestempeld als ‘onjuist gedetermineerd’ en heeft een lijst met errata gepubliceerd.

Volgens auteur Chris Buter is het evenwel uitgesloten om deze soorten vanaf foto’s te benoemen; hij staat in voor de correctheid van de determinaties. Wel fout is foto 65 (niet zeker is welk mos op die foto staat) en foto 466 is heidefranjemos i.p.v. boomfranjemos. De pijltjes in afbeelding 32 staan correct, in foto 10 niet.

Al met al is dit boek voor beginnende mosliefhebbers het beste wat er op de Nederlandstalige boekenmarkt te koop is (de wervende tekst op de achterflap is nogal overdreven). Zodra je vorderingen maakt, zal je echter moeten overstappen op gedetailleerde mosflora’s zoals De Nederlandse Bladmossen 1989, De Nederlandse Levermossen en Hauwmossen 1996, De Nederlandse Veenmossen 2002 en Beknopte Mosflora van Nederland en België 2006.

AdG, 14 juli 2010