Nederlandse vogelnamen

De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis

 

Schrijvers

Henk Blok en Herman ter Stege

Uitgave

Bergboek.nl, Zwolle

Inmiddels: Kirjaboek

Tweede, verbeterde druk 2000, 272 pagina’s

ISBN 90 9008 646 3

Prijs

€ 14,95

 

BIJ DE DERDE DRUK, 2004

In Vogeldagboek gebruik ik soms voor vogels hun regionale ‘bijnaam’, of de verklaring van de wetenschappelijke vogelnaam. Meestal haal ik die kennis uit het onvolprezen en relatief goedkope boek De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis.

De eerste druk verscheen in 1995, onlangs is de derde druk verschenen. In de beide herdrukken zijn diverse wijzigingen aangebracht. Zowel tekstuele aanpassingen/verbeteringen als aanvullingen, met name van ‘nieuw’ ontdekte volksnamen.

In de eerste uitgave stonden ook in het register alle bijnamen. Om praktische redenen is dat in de nieuwe drukken niet meer gedaan.

22 november 2004
Nederlandse vogelnamen BESPREKING

Het boek De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis staat binnen handbereik, ik grijp er regelmatig naar. De natuur, vogels in het bijzonder, en de Nederlandse taal zijn mijn grote hobby’s (schrijven was zelfs mijn beroep), en dan beide zaken in één boek! Spekje voor mijn bekje.

Het moet een monnikenwerk geweest zijn om van zo’n 335 in Nederland voorkomende vogels de verklaringen te vinden voor hun (wetenschappelijke) naam en vooral om de duizenden volksnamen van die vogels te verzamelen. Daarbij is de hulp van vele mensen en bronnen ingeroepen, dat kan ook niet anders.

Als je door het boek bladert en de vele namen leest van al die vogels, dan bekruipt je het gevoel dat onze taal sterk verarmd is. Los van dialectische uitspraken van de algemeen gebruikte namen, wemelt het boek van volksnamen voor onze vogels. Wanneer hoor je die nog? Nou ja, boterbuik voor grote zaagbek, maar verder gebruikt toch niemand (meer) van die lokale namen? Alleen al onze huismus heeft, los van de dialecten, ruim veertig bijnamen, van dakschijter en strontpikker tot gresketje en reeuwteuw. Bijna niet te geloven!

Een levendig en veel voorkomend vogeltje als het winterkoninkje heeft tal van bijnamen gekregen. In Holland wordt hij klein jantje genoemd, vroeger noemden wij hem (in de Alblasserwaard) klein keessie, maar dat staat niet in het boek. Wel de vermakelijke sage waaraan hij zijn naam winterkoning te danken heeft.

Een grutto werd lokaal ook wel bruin ooievaartje genoemd, een heggenmus een boerennachtegaal, spekmaiske voor koolmees, hikstaart of waterkraai voor een waterhoen, gait-uut-de-hegge voor een ekster om er nog maar een paar bij de staart te vatten.

Voor de meeste namen wordt ook een verklaring gegeven, en in elk geval in welk gebied ze gebruikt werden. Door die uitleg is het geen saaie opsomming van vaak curieuze vogelnamen geworden, maar een interessant naslagwerk waar je met plezier in leest.

SAMENVATTING

Altijd al willen weten waarom een spreeuw een spreeuw heet en een ooievaar een ooievaar, en wat hun volksnamen zijn en waar die hun oorsprong vinden? In dit interessante boek worden onze vogels op een prettig leesbare manier taalkundig ontleed.

21 november 2003