Herkenning van roofvogels in het veld
Auteur
Rob G. Bijlsma Illustraties Ulco Glimmerveen Uitgave Werkgroep Roofvogels Nederland 2005, 82 pagina’s, 15 x 21 cm ISBN 90 804760 4 8 Bestelling via website WRN, button Contact, met vermelding naam en volledig adres. De gids wordt met rekening opgestuurd. Prijs € 12,50 inc. verzendkosten |
BESPREKING
Onlangs verscheen de Veldgids Roofvogels, een prachtig en uiterst gedetailleerd boek over herkenning van alle in Europa voorkomende roofpieten. Voor iedereen die het naadje van roofvogels wil weten. Heel anders is het dunne boekje Herkenning van roofvogels in het veld. Geen 49, soms (zeer) zeldzame roofvogels komen aan bod, maar alleen de 17 in ons land voorkomende stootvogels, broeders, doortrekkers en wintergasten. Dwaalgasten als bijvoorbeeld slangenarend tref je in de gids niet aan. Verder had ik graag nog iets meer willen lezen en zien over verschillen tussen buizerds en ruigpootbuizerds, maar voor de rest niets dan lof. Dit zijn de boekjes voor de talloze vogelliefhebbers die graag vogels willen herkennen maar niet elke veer. Trouwens, ook zeer geschikt voor ervaren vogelaars. Een vette 9! Auteur Rob Bijlsma is al jaren de naam die verbonden is aan de man die alles van roofvogels weet.Ik ken hem helaas niet persoonlijk, maar volg al jaren met groot respect zijn publicaties. Trouwens in één adem wil ik voor dit boekje Ulco Glimmerveen noemen voor zijn treffende tekeningen van de roofvogels; ze vliegen bij wijze van spreken van de pagina’s af je kamer in. Meeuwen en roofvogels, het zijn de meest gevreesde soorten om op naam te brengen. Kijken, kijken, kijken, maak notities en schetsen, of foto’s. Zeker op afstand vliegende roofvogels zijn moeilijk te determineren. Een belangrijk aspect daarbij is de manier van vliegen. Alle (roof)vogels hebben een eigen manier van vliegen, afglijden en schroeven. Als je daarmee eenmaal vertrouwd bent, wordt herkenning al heel wat makkelijker. Na een korte en praktische inleiding worden de 17 soorten besproken: hun actieve vlucht, schroeven, afglijden, het beeld van zittende vogels, hun grootte en de bepaling van geslacht en leeftijd (sommige vogels krijgen pas na jaren hun volwassen kleed). Vervolgens komen alle soorten nog een keer aan bod, maar dan gaat het over hun gedrag, jachtwijze, hun voedsel en waar en wanneer ze voorkomen. Er zijn per soort veel verwijzingen naar gespecialiseerde literatuur. SAMENVATTING Zelden zo’n praktisch veldgidsje in handen gehad. Het is een basisboek over de 17 meeste in Nederland voorkomende roofvogels. Het staat boordevol beknopte, deskundige aanwijzingen en beschrijvingen hoe je deze lastige categorie vogels in het veld kan herkennen. Met duidelijke, forse tekeningen waarop de kenmerken goed uitkomen. 18 augustus 2005
|