De laatste julidagen vlogen de winterkoninkjes (Troglodytes troglodytes, Wren)
onophoudelijk met insecten naar het onzichtbare nestje met piepende jongen.
Een oudervogel landt op de smalle richel die naar het nest leidt…
…en verdwijnt met een snavel vol lekkers achter het luik van de kijkhut.
Toen de jongen uitgevlogen waren, heb ik het luik opengedaan om het nest te bekijken.
Het was maar een smalle woning, de platte kant laat zien waar het luik gezeten heeft.
Op een rustig Zoetermeers plekje staat een vogelkijkhut. Meestal is er niet veel te zien.
Waarschijnlijk door de stilte in de halfopen hut hadden winterkoningen er een nest gebouwd.
Dat deden ze in het kleinste hoekje: achter een openstaand luik van een kijkgat.
Hun bouwwerkzaamheden en de broedtijd (ruim twee weken) verliepen onopgemerkt.
Vanwege de rust komen er zo nu en dan een paar vogelaars en wij merkten het nest pas op
toen er jonge vogels waren uitgebroed en de oudervogels af en aan vlogen met voedsel.
Om bij het nest te komen moesten ze soms op slechts twintig centimeter langs een hoofd kruipen!
Als je maar doodstil zat trokken ze zich niets van je aan en leverden ze hun insecten af.
De grootste angst van de ‘ingewijden’ was dat iemand het luik zou dichtdoen
waarna het nest wellicht beschadigd zou worden. Toen er echter geen activiteiten meer waren
en ik het luik dichtdeed, bleek het bouwsel zo stevig te zijn dat het er niet uitgevallen zou zijn.
Het nest was gaaf, geen enkele spoor van vernieling of dode Jantjes, dus we mogen aannemen
dat de vogeltjes netjes zijn uitgevlogen, al heeft (ook) daar niemand iets van gemerkt…
Jonge dodaars (Tachybaptus ruficollis, Little Grebe) bedelt om een visje, Poelgeestpolders.
Als pa of ma een flinke baars aanbiedt, duurt het lang voordat de vis is verwerkt, te grote maat…