Naar aanleiding van de vraag of bijvoorbeeld ijsvogels (Alcedo atthis) en blauwborsten (Luscinia svecica) in een volière mogen worden gehouden en of te koop mogen worden aangeboden het volgende:
IJsvogels en blauwborsten zijn 'beschermde inheemse diersoorten' (vogels) als bedoeld in artikel 4 lid 1b van de Flora- en faunawet en behoren tot de ongeveer 750 soorten die in de Staatscourant bekend zijn gemaakt.
Het gaat volgens de Ffw om 'alle van nature op het Europese grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels met uitzondering van gedomesticeerde vogels behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten'.
De verboden van de Flora- en faunawet zoals het houden en verhandelen zijn op deze 750 vogelsoorten dus van toepassing, maar door het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten wordt van deze verboden weer vrijstelling verleend.
Voor vogels is het wel nodig dat de eigenaar kan aantonen dat deze vogels gefokt zijn én voorzien zijn van een juiste pootring. Deze gesloten pootringen worden afgegeven door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, door buitenlandse overheidsorganen of door Nederland erkende buitenlandse organisaties die voldoen aan ministeriële eisen.
Deze voorwaarden zijn: 'Een individueel gemerkte, ononderbroken ring of manchet, zonder enige naad of las, waarmee op geen enkele wijze is geknoeid en waarvan het formaat zodanig is dat hij, nadat hij in de eerste levensdagen van de vogel is aangebracht, niet kan worden verwijderd wanneer de poot van de vogel zijn definitieve omvang heeft bereikt'
Kortweg gezegd: het moet een voorgeschreven maat en model zijn, er mag niet mee zijn gerommeld en moet aan een jonge vogel zijn aangebracht.
Op grond van de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens mag de gesloten pootring van een ijsvogel een binnendiameter hebben van ten hoogste 3,50 mm en die van de blauwborst ten hoogste 2,50 mm.
|
|
Als de ijsvogel en de blauwborst en de rest van de 750 soorten dus voorzien zijn van bovengenoemde juiste pootring mogen deze in een volière aanwezig zijn en ook verhandeld worden. Immers de vrijstelling is aldus van toepassing.
Zo'n pootring zit aan één poot en mag alleen worden aangebracht bij een vogel die is gekweekt. Het komt voor dat sommige 'kwekers' dat wel erg ruim (en volkomen in strijd met de wet) opvatten. Ze gaan zo ver dat wilde vogels in de vrije natuur worden geringd, om zo te kunnen veinzen dat deze vogels 'eigen kweek' zijn.
Ervaringen hebben ook geleerd dat pootringen met allerlei technieken groter worden gemaakt om ze zo nog aan volwassen wilde vogels te kunnen krijgen. Daarbij worden de soms fragiele pootjes vaak zwaar beschadigd of, erger, worden de vogels blijvend verminkt.
Ook worden te grote maten aangebracht en dat is op het oog vrijwel onzichtbaar want het gaat om tienden van millimeters. Ook allerlei namaak is in omloop. De mogelijkheden zijn ruim en de controles per definitie moeilijk, niet in de laatste plaats door het zeer specialistische karakter van de materie.
Als dát soort misstanden het gevolg is - en dat is het - van de ruimhartige wijze van het in gevangenschap mogen houden van in principe alle beschermde vogelsoorten, wordt het tijd dat de wetgever - linksom of rechtsom - ingrijpt en wel zo snel mogelijk.
Hoe dan ook: ik vermoed dat er voor ijsvogels en blauwborsten die de aanleiding voor dit verhaal vormden, en veel andere kwetsbare soorten, een moment is geweest, nog niet zo lang geleden, dat ze in de vrije natuur rondfladderden…
Op 3 februari 2006 nog nam de AID in Groningen 61 vogels bij een vogelhandelaar in beslag uit een partij van 76. Bij de 61 vogels was met de pootringen geknoeid. Gelooft u mij als ik zeg dat dit maar één voorbeeld is uit vele. Eerder, op 19 december 2005, deed de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming hetzelfde in Eersel. Daar waren valse ringen gebruikt. |
|
Als de vogels de pech hebben in gevangenschap te belanden, gaat de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren waken over hun leefomstandigheden. Die moeten 'de nodige verzorging' omvatten. Dat is een zeer rekbaar begrip. Wat is de nodige verzorging voor een oehoe, voor een grutto of een bijeneter? Ook de grootte van de kooi is niet bepaald. Een oehoe in een kooi van 1 meter aan alle zijden is toegestaan.
Het uitzetten van vogels is verboden en gebonden aan een speciale ontheffing van het ministerie van LNV. Als een illegale vogelhouder de dieren zat is, zal hij niet gauw overgaan tot het vragen van een ontheffing, want dat staat gelijk aan het verzoeken van de goden. Hoe hij er dan vanaf komt kan men alleen maar raden.
Het is overigens niet aan te raden om op onoordeelkundige wijze in gevangenschap gehouden vogels weer in de vrije natuur terug te zetten. Zij kunnen zich niet redden en alleen als dat soort handelingen door speciale asielen worden uitgevoerd, is er kans op succesvolle terugkeer.
Dieren die in Europa voorkomen, moeten we volgens de regelgeving allemaal rekenen tot de 'inheemse dieren'. Ook het houden van niet-Europese diersoorten is aan strenge regels gebonden.
Daarvoor geldt ook wat voor de in het wild levende Europese soorten geldt: de controlesystematiek ziet er op papier wel goed uit, maar de praktijk blijkt steeds toch weerbarstiger. Daar waar geld te verdienen is met illegale handel, is fraude in documenten de metgezel.
Voor niet-Europese diersoorten is er het CITES-stelsel, waarbij het nodig is dat er bij ieder aangewezen diersoort een door de overheid van het betreffende land afgegeven document aanwezig moet zijn om de legaliteit aan te tonen. CITES staat voor Convention on International Trade in Endangered Species en is een internationale overeenkomst die tot doel heeft dieren te beschermen…
Jan Hurkmans
Milieuvizier Opleiding en Advies
15 november 2006
|