Natuur & Wet


Onderhoud van sloten en watergangen



Vraag:

Mogen bij het noodzakelijke beheer en onderhoud van sloten en watergangen door een waterbeheerder beschermde dieren worden verontrust of zelfs gedood?

Antwoord:

Ja, verontrusten en doden mag, maar alleen onder strikte voorwaarden.

Toelichting:

Van het verbod op het verontrusten of doden van beschermde dieren heeft een waterschap, hoogheemraadschap, gemeente, agrariër of een andere beheerder van een water bij normale beheers- of onderhoudswerkzaamheden vrijstelling op grond van de Flora- en faunawet.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kwetsbare, minder kwetsbare en niet kwetsbare (de algemeen voorkomende) diersoorten. Voor diersoorten die de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit niet kwetsbaar acht, zoals gewone pad, meerkikker en kleine watersalamander, mag men min of meer zo aan de gang (let op onderstaande beperkingen).

Voor kwetsbaardere soorten, zoals alle vogelsoorten of de kleine modderkruiper, mag dit niet zomaar. Wil men hiervoor gebruik maken van de vrijstelling, dan moet men een door de minister goedgekeurde 'gedragscode' gebruiken.

Er zijn nog maar drie van die gedragscodes in werking: voor de Bosbouw, de Stichting Bodembeheer Krimpenerwaard en de Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg.

Heeft men zo'n gedragscode niet, dan moet voor de wat kwetsbaardere - en in ieder geval voor de echt kwetsbare - diersoorten, zoals bijvoorbeeld de ringslang, de brede geelrandwaterroofkever en de grote modderkruiper, en voor alle vogels, een speciale ontheffing aangevraagd worden. Deze bevat voorschriften om de betrokken dieren zoveel mogelijk te beschermen.

Wat blijft is dat te allen tijde de nodige zorgvuldigheid in acht genomen moet worden en dat dus niet meer leed aan - beschermde of onbeschermde - dieren toegebracht mag worden dan strikt noodzakelijk. Ook hier geldt het 'nee, tenzij'-beginsel uit de Ffw.

Een grote of kleine modderkruiper kan dus niet zomaar op een hoop bagger worden achtergelaten. Voor zover redelijkerwijs mogelijk moeten deze dieren in het water teruggezet worden. Gewonde dieren achterlaten kan ook niet.

De zorgplichtbepaling van artikel 2 en artikel 73 Flora- en faunawet dwingt betrokkenen ertoe alles te doen om dierenleed te voorkomen, in dit geval door de minst schadelijke baggermethodes te kiezen. Bovendien dienen dieren die door de werkzaamheden niet meer in hun natuurlijke vrijheid leven, de nodige verzorging te krijgen.

Die dieren zijn overgeleverd aan de zorgintentie van degene die de werkzaamheden uitvoert. Geeft hij die zorg niet dan is de uitvoerder strafbaar voor de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (art. 36 en 37 = misdrijven met maximaal 2 jaar gevangenisstraf).

Dat kan ook betekenen dat je een dier naar een opvangadres brengt als het hulp nodig heeft of doodt als er duidelijk geen beterschap meer opzit. Hier komt natuurlijk ook een stuk ethiek en de intrinsieke waarde van het dier om de hoek kijken. Die eigenwaarde als dier is een duidelijk uitgangspunt van de Ffw.

Overigens…, zie je als passant dat dieren creperen, dan heb je dezelfde verplichtingen op grond van artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren! Dat artikel spreekt van 'Eenieder'.

Al met al vereist het vooraf een goede inventarisatie en een plan van aanpak. Hoewel lang nog niet iedereen hiervan doordrongen is, betekent dit dat men goed op de hoogte moet zijn van flora en fauna in het betrokken gebied om te kúnnen weten of en hoe er gewerkt mag worden. Voordat onderhoud van watergangen van start gaat, zult u dus vaak in het veld inventariseerders moeten tegenkomen…

Toont u in ieder geval altijd een gezonde belangstelling voor de werkzaamheden, daar kunnen veel dieren (en planten) wél bij varen!

Jan Hurkmans
Milieuvizier Opleiding en Advies
11 september 2006

Reageren? Klik hier.

DeWilck010906B
Baggerwerkzaamheden door het waterschap aan de westkant van De Wilck, 1 september 2006.

Natuur & Wet