Zilverwit zijn ze, rank, een grote gele spies siert hun kop, ze vliegen majestueus, hun harde krakerige stem is de enige dissonant, maar wat zie ik ze graag in de polderslootjes loeren naar een lekker hapje: de grote zilverreigers zijn terug! De afgelopen winters zat er steeds een handvol in de buurt, hun basis is de 'Plas van Wiegel' en de aangrenzende Gelderswoudse Polder aan het doodlopende einde van de Weipoort. Dat is een rustig gebied (het beste met de fiets te bezoeken!), het plasje is omzoomd door hoge bomen en niet toegankelijk. Daarvandaan stropen de zilvers de omliggende polders af. Rond het middaguur zaten er 3 langs het Noord-Aa, zoals het laatste stukje van de Weipoortseweg officieel heet (zaterdagmorgen waren er hier 5 gesignaleerd), en 1 in de polder tussen Zuidbuurt en de N206.
Deze grote zilverreiger stond op zo'n vierhonderd meter in de Zwet- en Groote Blankaartpolder bij de Zuidbuurt. Even later ging hij in het gras liggen en was hij nagenoeg onzichtbaar.
|
|
In de namiddag nog even richting oosten. Het paartje Wilckslechtvalken zat op hoogspanningsmast 59 langs de Vierheemskinderenweg, hun neus in de wind, dus kreeg ik alleen hun ruggen te zien. Onder de masten onder meer zo'n tachtig wulpen. In De Wilck worden de laatste slootjes gebaggerd, 4 ooievaars zochten naar wat eetbaars in de modder, 2 buizerds op afstand. Bij de Amaliahut in het Spookverlaat was het rustig. Behoorlijk wat kuif- en krakeenden, een dodaars en op het eilandje 3 watersnippen.
Watersnippen blijven een beetje mysterieuze vogels, die tussen gras en riet vaak moeilijk te ontdekken zijn door hun vernuftige schutkleuren en hun trage bewegingen. Zodra een watersnip echter opgeschrikt wordt, verandert hij in een turbo die met een schelle kreet opvliegt en al zigzaggend met grote snelheid een veilig heenkomen zoekt.
|