Op de voertafel liggen slechts wat restjes van vetbollen: nu het niet meer vriest, is voedselhulp aan vogels overbodig. Hoewel onze voortuin klein is en aan een levendige weg ligt, zijn de laatste ingevette zaden bijzonder in trek bij tortelduiven, kauwen, vinken, mezen, mussen, spreeuwen, zelfs een ekster. En vanmorgen opnieuw een keep, een volwassen man, wellicht, of ik denk zelfs waarschijnlijk, dezelfde van dinsdag. Gelukkig was het buiten niet zo grauw als dinsdag en kon ik vanuit mijn luie stoel en dwars door de kamerplanten en het glas heen wat plaatjes van deze vink maken.
Alarm, keep (Fringilla montifringilla, male) op de voederplank, iedereen in de woonkamer moet zich doodstil houden!
Het is een volwassen man (gele snavel met zwarte punt; hebben vrouwtjes in winterkleed trouwens ook), aan z'n kop is al te zien dat de veertjes binnenkort geheel zwart zullen zijn, evenals z'n snavel.
Na deze gebeurtenis nog een poosje naar buiten, richting oosten deze keer. Bij de Amaliahut in het Spookverlaat was heel weinig te beleven: een graafmachine was luidruchtig bezig de snippers natuur rond de hut wat op te leuken zodat de vogelvreugd de komende jaren verhoogd wordt, ik heb gehoord zelfs met een oeverzwaluwwand. Langs de Vierheemskinderenweg zwom een paartje grote zaagbekken, beide slechtvalken zaten op hoogspanningsmast 58. De kleine zwanen nog: Generale Polder 63 (57 + 6), Polder Nieuw Groenendijk 4 (3 + 1) en de Riethoornse Polder 17 (15 + 2).
