Vogeldagboek©


Najaar 2002 - Herfstgedachten

Mist hoort bij de herfst, vind ik. Van die dikke, witte plukken waarin de natuur zich baddert voor ze zich ter ruste legt. Zich reinigt na de uitbundigheid van de zomer, zich terugtrekt in haar schulp, ter overpeinzing en loutering, als voorbereiding op nieuw leven.

Mist kan gevaarlijk zijn, mens en dier raken gedesoriënteerd. Mist kan ook mooi zijn, laaghangende mist bestraald door de opkomende zon, het levert sprookjesachtige beelden op. Ik herinner me uit mijn jeugd een keer dat er een zeer dicht pak mist hing. Ik moest in de molen zijn en toen ik bijna in de kap was en door een raampje keek, ontvouwde zich een indrukwekkend panorama: de zon scheen voluit op de mist die als een witte deken de wereld volkomen bedekte, alleen de nokken van hoge boerderijen waren zichtbaar, torens, de Dordtse Dom, fabriekspijpen, molenwieken, je kon onbelemmerd naar Rotterdam kijken. Ik heb zoiets later nooit meer gezien.

Stormen schudden in het najaar de natuur krachtig door elkaar. Als de bladeren vallen voel ik mezelf ook altijd wat gejaagd, ben ik sterk geneigd tot interne beschouwingen, om de zin van alles te overdenken. Je moet dan wel oppassen dat je alles niet van de somberste kant gaat zien. Overigens ben ik lang niet de enige die gevoelig is voor dit natuurlijke ritme.

Het najaar kent ook veel bekoringen, paddenstoelen schieten omhoog uit de vochtige grond, de bomen zijn versierd met bladeren in alle denkbare pasteltinten, glinsterende spinnenraggen vormen fraaie mozaïeken. Meeste indruk maakt de vogeltrek, de massale verhuizing van miljoenen vogels over grote afstanden. Beestjes van maar een paar gram die honderden, sommige soorten zelfs duizenden, kilometers overbruggen, weer en wind trotseren om met een ongelooflijke precisie te landen in een voor hen geschikt voedselgebied. De vogeltrek is fascinerend, nog lang niet helemaal verklaarbaar.

Als je al die vogels over je heen ziet komen, een paar vleugelslagen om vaart te zetten, dan weer even glijdend, nu en dan in een struik rustend, vaak zachtjes roepend, dan besef je steeds opnieuw hoe alles precies in elkaar past, hoe wonderbaarlijk de natuur in elkaar steekt. En dat wij daar onderdeel van uitmaken.

Gepubliceerd in Onze Waard, Najaar 2002, het blad van de Natuur- en Vogelwacht De Alblasserwaard