De zomer is afscheid aan het nemen. Vandaag kregen we nog buitengewoon aangenaam weer gepresenteerd, met volop zon, temperatuur lekker in de twintig, een onvervalst Hollands briesje. Ideaal polderweer, De Wilck was vanmorgen de meest aangewezen plek om een paar uurtjes van deze late zomerkost te smullen.

In de polders kan je niet zo veel vogelsoorten zien als op de Starrevaart, de Maasvlakte, de Oostvaardersplassen en noem de mooie natuurgebieden maar op. Toch telde ik vanmorgen maar liefst 38 soorten, ik zal ze niet allemaal opsommen, de 'leukste' staan hieronder.

Twee koekoeksjongen op twee dicht bij elkaar staande hekken langs het wandelpad in De Wilck is toch wel heel bijzonder, lijkt me. Misschien zijn het wel broertjes of zusjes, maar door het losbandige leven van koekoekouders zullen ze dat nooit te weten komen. Geduldig zaten de vogels op hun paaltjes, om ineens op te vliegen en een rups uit de brandnetels of andere begroeiing te plukken. Erg schuw waren ze niet, ze naderden tot op een meter of dertig.


Deze juveniele koekoek (Cuculus canorus, juvenile) is ouder dan de andere koekoek in De Wilck, waarvan ik vorige week een foto meezond. De witte vlek op zijn achterhoofd is al flink gesleten, de vleugels zijn al iets kleurrijker.

Boven De Wilck vloog enkele malen een slechtvalk, mogelijk dezelfde waarvan ik z'n kop net boven een ijzeren balk van hoogspanningsmast 58 had zien uitsteken. Het blijft steeds verbazingwekkend te zien hoe bang de vogels voor een slechtvalk zijn. Komt er een buizerd over of een bruine kiekendief, dan zie je wel wat onrust en gaan er vogels op de wieken, maar zeilt er een slechtvalk over (dat geldt trouwens ook voor een havik), dan gaat alles de lucht in. Daardoor kon ik goed zien dat in de polders rond De Wilck grote aantallen kieviten, spreeuwen en goudplevieren (enkele honderden) aanwezig waren. Een ooievaar genoot ook van deze mooie dag en cirkelde langdurig hoog boven De Wilck zijn rondjes.


Bij de oostelijke ingang van De Wilck was deze tapuit (Oenanthe oenanthe) te bewonderen, waarschijnlijk een 1e winter of vrouwtjes tapuit, als uitkijkpost dient een gedroogde koeienvlaai.