Inmiddels al weer wekenlang vertoeft het paartje slechtvalken op de hoogspanningsmasten in de Generale Polder en in wetland De Wilck. Zij, door Aad Zevenhoven al sinds de winter van 1994/1995 waargenomen, toen was het nog een juveniele vogel, groot, met opvallend witte borst, hij, twee jaar later gearriveerd, stuk kleiner en wat donkerder, minder vaak te zien dan zijn partner.
Het vrouwtje slechtvalk (Falco peregrinus - female) op hoogspanningsmast 59, een tegenlichtopname
Elk jaar weer is het een genot om naar de twee vogels te kijken, vooral als ze gaan jagen. Vanmorgen zaten ze dicht bij elkaar op de hoogspanningsmasten, het vrouwtje ging enkele malen op de wieken, wat onrustig, maar niet echt op jacht. Hoewel veel andere vogels daar niet zo zeker van waren en zich zo snel mogelijk in veiligheid probeerden te brengen zodra moe het luchtruim verkoos.
Deze wulpen (Numenius arquata) in de Generale Polder - er zaten er zo'n zestig - zitten hier wat te eten en te dommelen, maar zodra er een slechtvalk in de buurt komt, vliegen ze in grote paniek op
|
|
Na een tijdje waren de slechtvalken niet meer te zien en ging ik naar De Wilck, hun jachtgebied bij uitstek. Langs het pad naar de Wilckplas reed een boer en vlak voor zijn tractor vloog ineens het slechtvalkvrouwtje op. De boer stopte, raapte wat op, legde het op zijn luidruchtig vervoermiddel en reed naar ons toe. Hij had een dode kuifeend in z'n hand, kop er half afgebeten, want hij wilde niet dat die roofvogel de eend op 'zijn' land (de boeren pachten land in De Wilck van eigenaar Staatsbosbeheer) zou gaan zitten plukken, al die veren tussen z'n gras........ Ik moest oppassen om niet in de lach te schieten.
In elk geval, de eend werd op een ander weiland gedropt. Na een kwartiertje kwam het vrouwtje slechtvalk terug om te kijken waar haar lunch was gebleven. Niets dus. En weer een kwartier later kwam ze nog eens speuren, vergezeld door een plagende torenvalk, maar de eend lag te ver weg om op te vallen. Daarna heeft ze de moed opgegeven want we zagen haar later weer op de hoogspanningsmasten zitten.
Verder in de polders o.a. een overvliegende lepelaar, 2 grote zilverreigers, 4 buizerds, een sperwer, een aantal torenvalken die in deze tijd van het jaar duidelijk wat lichter zijn, trekkende veldleeuweriken en in de Wilckplas een dodaars. Precies tegenover de plas zijn hooibalen neergelegd, in een bewuste vorm, afwisselend aan de noord- en zuidkant van het pad met openingen ertussen. Kennelijk heeft SBB de inventieve gedachte gekregen om in plaats van boompjes (inmiddels weggemaaid), dit natuurlijke materiaal als beschutting voor vogelaars tegen de komende koude polderwind ter beschikking te stellen. Scheelt in de winter een jas!
|