Op de Starrevaart was vandaag een dwergmeeuw actief. De naam zegt het al, een kleine meeuw, een stuk kleiner dan de toch ook niet zo grote kokmeeuw. Oppervlakkig gezien lijkt de vogel er wel wat op, beide soorten hebben in zomerkleed een donkere kop, kokmeeuwen diepbruin en dwergmeeuwen zwart. Behalve het formaat is echter een heel opvallend verschil tijdens het vliegen te zien: dwergmeeuwen hebben een lichtgrijze bovenvleugel en een grijszwarte ondervleugel, dat laatste heeft geen enkele andere bij ons voorkomende meeuw, niet te missen. Bovendien is de vleugelslag van een dwergmeeuw veel sneller dan van andere meeuwen en duikt en zwiert hij als een visdiefje door de lucht.

Het sierlijke vogeltje dat ik vandaag naar voedsel op het wateroppervlakte zag jagen, was nog in winterkleed (geen zwarte kop), ongetwijfeld op doorreis naar de broedgebieden in het Noorden, de afgelopen jaren zijn een paar broedgevallen in ons land gemeld.


Op grote afstand genomen: foto van dwergmeeuw (Larus minutus, winter) in winterkleed.

Het aantal grutto's op de slaapplaatsen neemt geleidelijk aan af. Veel grutto's zijn inmiddels aan het broeden en blijven in de polders, IJslandse grutto's broeden veel later maar vertrekken nu zoetjesaan ook. In totaal telde ik er 1070, waarvan ten minste (= zichtbaar in de slapende kluwen) 170 IJslanders.


Op deze foto, ook al op grote afstand genomen, is vooraan en iets links van het midden heel goed een IJslandse grutto (Limosa limosa islandica, summer) in volledig zomerkleed te zien: o.m. diep roodbruin op kop, hals en borst met een opvallend grijs vleugelpaneel.

Verder was op de plas de smient met gaatjesringen nog aanwezig, 3 lepelaars, 1 kleine plevier, 3 mannen en 1 vrouw zomertaling, 1 man en 6 vrouwen brilduiker, 1 dodaars en zong een man blauwborst bij het bankje in de noordoosthoek.