Bij de Zuidbuurt was vanmorgen een grote zilverreiger in een slootje aan het vissen, de eerste die ik dit 'winterseizoen' in de polders heb gezien. Hij vloog even later vanuit de Zwet- en Groote Blankaartpolder naar het SBB-natuurgebiedje Noord-Aa, volgens mij mét de dicht bij liggende Plas van Wiegel het slaapgebied van de grote zilvers. De vogel had al een geheel gele snavel, kenmerk van zijn winterkleed. En dat op deze warme dag die een tropische week moet inluiden.

Op de fiets was het vanochtend goed toeven. Aan de noordwestkant van de Zoetermeerse Plas, er is daar een aflopend talud, zaten 7 oeverlopers, 4 tureluurs en 1 witgat op een kluitje. In een ander natuurgebied van SBB, de Groote Westeindsche polder, ook wel De Hel genoemd, stonden zes lepelaars te dommelen, vlak bij de A4. Je zou dat niet verwachten met in de nabijheid langs suizende auto's. Toch is het daar erg rustig omdat er geen mensen (mogen) komen, vanaf het boerenpad kon ik ze door de telescoop mooi bekijken zonder dat ze mij opmerkten. Dat gold ook voor een grote buizerd met opvallend witte strepen op kop en borst. Op de Starrevaart waren vandaag geen lepelaars, maar daar waren dan ook mensen: op de vogelplas zijn al sinds vorige week twee mannen bezig met het uitpeilen van de bodem.

Vanavond uit de Wilck geen echte bijzonderheden te melden, al blijven twee roepende regenwulpen altijd leuk om naar te luisteren. Tegen De Wilck, in de Generale Polder, pompte een boer twee weilanden vol met slootwater, dat lokte o.m. zo'n zestig kemphanen, bijna allemaal mannen.

Twee veel voorkomende planten in het Westerpark (foto's van 15 juli), boven de gewone brunel (Prunella vulgaris - Selfheal) en onder het knoopkruid (Centaurea jacea - Brown Knapweed).