Het is een slecht broedseizoen voor de kleine zwaan geweest. Zaterdag stond hierover in De Telegraaf een artikel van Hans Peeters van Vogelbescherming, uit mijn tellingen van dit winterseizoen had ik die conclusie ook al getrokken.
De oorzaak: langdurige vorst in Rusland. Zwanendeskundige Jan Beekman vertelt dat het belangrijkste broedgebied, de Petsjoradelta in Siberië, pas op 20 juni ijsvrij was en dat daardoor de tijd te kort was om nog met succes te gaan broeden. Overigens waren de afgelopen twee broedseizoenen wel goed, waardoor de teruggelopen vogelstand, van circa dertig- tot twintigduizend, zich weer wat wist te herstellen.
Juveniele kleine zwanen hebben een egaal bruingrijs kleed, makkelijk te onderscheiden van jonge knobbelzwanen die 'bont' zijn, afwisselend wit en bruingrijze vlekken. Deze foto van een juveniele en een adulte kleine zwaan (Cygnus bewickii, juvenile left) heb ik op 31okt2002 gemaakt in de Bent- en Delfpolder.
|
|
In het (winter)seizoen 2000-2001 telde ik in het gebied tussen Leidschendam en Alphen 5174 kleine zwanen, waarvan 630 juveniele dat is 12,2%. Het seizoen 2001-2002 was (nog) beter: 5384 waarnemingen waarvan 1039 juveniel is 19,3% en in het seizoen 2002-2003 tot nu toe 3630 waarnemingen waarvan 277 juveniele kleine zwanen, dat is slechts is 7,6%.
Op mijn door druppels begeleide teltocht vanmorgen noteerde ik de volgende aantallen: Riethoornse Polder 9, Gemenewegse Polder 2, Polder Nieuw Groenendijk 4, Oostbroekpolder 13, Westbroekpolder 25 (20+5), Grote Polder 2 en Zoetermeersche Meerpolder 89 (86+3).
In de Lagenwaardse Polder waren duizenden kolganzen aan het grazen, met daartussenin wat brandganzen en enkele tientallen rietganzen. In de Lage Westvaart een heel koppeltje grote zaagbekken: 7 mannen en 2 vrouwen, bij de mannen was de broeddruk al behoorlijk aan het stijgen. In de Geerpolder een grote zilverreiger.
|