De mooiste smientenmannen hebben meer groen op hun kop dan huis-, tuin- en keukenmannen. Zeker als de zon schijnt valt dat onder bepaalde invalshoeken enorm op. De laatste tijd lees ik over mogelijke kruisingen waardoor er smienten met een groene glans op hun kop ontstaan, maar volgens mij is dat altijd zo geweest. Vanmiddag zaten er op de Starrevaart ook weer twee van die groenmannen, op de balken rechts van de hut, toen ze gingen zwemmen en meer 'uit de zon' draaiden, was het groen ook minder opvallend aanwezig.
Op de foto boven een smient (Anas penelope) met een sterkere groenglans op zijn kop dan de smienten die naast hem zitten. Later zwom deze eend naar een andere plek (foto onder) en viel het groen door een andere invalshoek van de zon minder op.
|
|
De plas was vandaag heel goed gevuld, behalve de talrijke smienten, slobeenden en grauwe ganzen o.m. 253 wulpen die een uurtje, met hun poten in het water, uitrustten van het voedsel zoeken op de weilanden. Ook het aantal scholeksters begint toe te nemen, ik telde er 12. Op de plas verder o.m. 3 nonnetjes waaronder 1 altijd fraaie man, 5 brilduikers met ook al 2 mooie mannen, 1 dodaars, 4 zwarte ruiters en 1 kaneeltaling. Onderweg had ik in de Drooggemaakte Grote Polder van Stompwijk/Leidschendam, vlak bij de molendriegang, nog 62 kleine zwanen gezien, waaronder 2 juveniele vogels. In De Wilck en in de Oostbroekpolder scharrelden 2 grote zilverreigers hun kostje bij elkaar.
Deze rups van de kleine beer (Phragmatobia fuliginosa) wandelde vanmiddag op het fietspad bij de Starrevaarthut, wel heel erg vroeg in het jaar! Kleine beren zijn heel algemene nachtvlinders. Deze soort overwintert als volgroeide rups en gaat in het voorjaar op zoek naar een geschikte plaats om zich te verpoppen. Zonder nog enig voedsel op te nemen maakt de rups een cocon en verpopt zich daarin, vanaf eind april zijn de eerste vlinders te zien.
|