"Het is echt erwtensoepweer" riep een vogelaar me toe toen ik vanmorgen tegen de loeiharde wind inploegde naar de Starrevaarthut. Daar zat je nog enigszins beschut, maar na een aantal uren voelde ik de kou van m'n tenen tot in m'n neus.

Waren er dan geen dingen om warm van te worden? Jazeker, de twee dwergmeeuwen die, weliswaar heel kort, een bezoekje aan de vogelplas brachten. Ze badderden even wat in de hoge golven en waren toen weer verdwenen. De een was een adulte vogel ruiend naar zijn roetzwarte zomerhoed, de andere een 1e jaarsvogel. Deze sierlijke doortrekkers kan je in deze tijd van het jaar regelmatig bewonderen.


Adulte dwergmeeuw (Larus minutus - Little Gull; adult in moult) die nog niet geheel in zomerkleed is. Veel dwergmeeuwen hebben roze op de witte delen van hun verenkleed, deze zweem is bij deze vogel al goed te zien.

Op de Starrevaart waren volop stormmeeuwen (Larus canus - Mew Gull) aan het vechten en baltsen. In tegenstelling tot kokmeeuwen broeden er meestal maar een paar paartjes op de vogelplas. Onlangs meldde ik dat er nog niet eerder zwartkopmeeuwen hadden gebroed. Dat klopt niet, in 1996 waren er 2 broedende paren.

Tussen de ongeveer 1200 grutto's (waarvan maximaal 200 limosa's, de rest IJslandse grutto's) stonden 7 geringde vogels waarvan we er 6 konden aflezen. Ook 2 geringde kleine mantelmeeuwen maar de vogels stonden met hun poten gedeeltelijk in het water waardoor de codes slechts gedeeltelijk afleesbaar waren.Verder op de plas o.a. 2 baltsende dodaarzen, 1 geoorde fuut, 8 rosse stekelstaarten (7+1) en 3 bonte strandlopers.