Vogeldagboek©


Dinsdag 26 oktober 2004 - Zon en zee!

Hans Hersbach wist me vanmorgen uit de polders te lokken en wachtte me op bij het Zuiderhavenhoofd in Scheveningen. Het was een uitgelezen dag om langs de kust te struinen: een lekkere westelijke bries om je hoofd door te spoelen, een heerlijk zonnetje voor de energie en de vrolijke gedachten en overal vogeltjes.

Zilvermeeuw261004
Zilvermeeuw (Larus argentatus - European Herring Gull).

Er was wel trek over het water, mooi te zien vanaf dat ver in de zee stekende havenhoofd, maar er vloog niet veel bijzonders tussen. Spannender vond ik het ietsje minder ver op de pier, waar zo'n veertig paarse strandlopers in een groep heen en weer trokken, waar de nog veel royaler aanwezige steenlopers als het ware over je schoenen liepen, waar een vijftiental drieteenstrandlopers hun nooit eindigende, parmantige race met de aanrollende golfjes hielden. Piepers fladderden van links naar rechts, vooral oeverpiepers, enkele graspiepers. Een tapuit, een handvol wulpen, ganzen, uiteraard talloze meeuwen, een paar kneuen.

Op deze plek kan je makkelijk een dag vogels kijken, maar wij zagen op de Vulkaan, het hoogste duin in Kijkduin, wat trektellers staan. Hans noch ik waren daar ooit geweest en we besloten die kant heen te gaan. Vooral veel vinken en spreeuwen vlogen voorbij, graspiepers, een roek, maar ook een goudvink, kruisbekken, een paar sijzen.

Ik zal nooit een trekteller worden, ik kan me niet zo lang concentreren op het 'stippen kijken'. Bovendien ben ik niet zo bedreven in het herkennen van trekbeelden en - roepjes van moeilijke soorten, dat kunstje heb ik me nooit eigen gemaakt. Als je die Haagse vogelaars ziet reageren op kleine piepjes in de verte, als ik ze nog nauwelijks hoor, dan weten ze al dat er een goudvink aankomt, of wat anders. Knap hoor, petje af voor de vaardigheid van de trektellers!

Drieteenstrandloper261004
Drieteenstrandlopers (Calidris alba - Sanderling)
Drieteenstrandlopers261004

Steenloper261004A
Steenloper (Arenaria interpres - Ruddy Turnstone)
Steenloper261004

Maandag stormde het, maar na het weekeind móét ik gelucht worden! Dus eropuit. In de Barrepolder en in de Zwetpolder 1 grote zilverreiger, in de Oostbroekpolder 14 kleine zwanen, in De Wilck 60 goudplevieren. Op de Starrevaart viel vooral nog een late zomertaling op. Verder o.a. 2 dodaarzen, 18 overvliegende kolganzen, 2 mannen en 1 vrouw rosse stekelstaart, 2 brilduikers, de man grote zaagbek in eclipskleed, 3 bonte strandlopers, 1 kemphaan, 13 wulpen en 42 zwarte ruiters.

De twee sneeuwganzen zijn nog steeds in de buurt van Stompwijk. Gistermorgen kon ik ze niet vinden, 's middags zaten ze op het hoge stuk grasland als je over de vliet de Geerpolder uitrijdt richting provinciale weg. 'k Heb met een omwonende kweker gesproken. Hij had die 'kleine witte ganzen' ook gezien maar volgens hem komen ze niet van een boerderij of uit een vijver in de buurt. Weer een aanwijzing dat het geen ontsnapte ganzen zijn.

Ook heb ik gehoord dat het om zgn. kleine sneeuwganzen (Anser caerulescens caerulescens) zou gaan. Die zijn iets kleiner en hebben kleinere snavels dan grote sneeuwganzen (Anser caerulescens atlanticus). Ik heb in boeken en op internet foto's bekeken en ik denk inderdaad dat het kleine sneeuwganzen zijn.

Op een site van vogelkwekers las ik dat sneeuwganzen vaak te zien in groepen Canadese ganzen, wat zou kunnen wijzen op 'wilde' vogels. Er stond ook dat kleine sneeuwganzen vrij veel gehouden worden in collecties, wijst in een andere richting. We zullen (waarschijnlijk) nooit zeker weten of dit ontsnapte of in het wild groot geworden sneeuwganzen zijn.