Langs de Zoetermeerse Plas hoorde en zag ik vanmiddag de eerste twee kleine karekieten: zo zoetjesaan zijn bijna alle zomergasten gearriveerd. Nu nog de spotvogels en de bosrietzangers en alle broedvogels zijn uit hun warme overwinteringsgebied teruggekeerd.

Mijn uitstapje van vandaag leverde in de Oostbroekpolder een grote zilverreiger op en langs het Zwetslootpad bij De Wilck een man tapuit. Gisteren in De Wilck een vrouw tapuit, die heeft geen zwarte oogstreep.


Man tapuit (Oenanthe oenanthe - Northern Wheatear; male). Dit is precies dezelfde vogel als de foto boven, al zou je daar door de lichtverschillen aan twijfelen. Op de foto boven zat hij op stenen op de grond wat een veel donkerder beeld oplevert dan op een hek met een groene achtergrond in de verte.

Bij de Meeslouwerplas zaten twee snorren, riep een koekoek en zongen twee zwartkoppen; later in het Prielenbos hoorde ik er ten minste drie. Boven de Starrevaart zwermden een fors aantal gierzwaluwen, op zijn minst zestig. Vier kneuen doken in de begroeiing. De hele dag zag ik, net als de afgelopen dagen, steeds kleine groepjes graspiepers naar het noordoosten trekken.

Op de vogelplas zelf was de leukste waarneming een groep van vijf groenpootruiters. Verder o.a. 1 geoorde fuut, 1 lepelaar, 1 man en 2 vrouw brilduiker, 2 adult en 1 jonge dwergmeeuw, 44 (IJslandse) grutto's en 4 zwarte ruiters.

In en rond de Natuurtuin in het Zoetermeerse Westerpark groeien (en bloeien op dit moment) prachtschubwortels, ook wel paarse schubwortels genoemd (Lathraea clandestina - Purple Toothwort). Het is een, overigens prachtige, parasiet: de plant zuigt voedingsstoffen uit de wortels van vooral wilgen en populieren. Het is een erg zeldzame plant die geleidelijk aan meer in onze streken gezien wordt. De zaden, die groot zijn en zich niet over grote afstanden kunnen verspreiden, komen waarschijnlijk mee met pootgoed. Ook komen ze voor in tuinen. (Ook op deze foto's vallen de kleurverschillen op omdat ik vanuit verschillende standen heb gefotografeerd - 24 april)