Het vogeljaar rustig begonnen met een niet te lang uitstapje. De Starrevaart lag vanmorgen nog grotendeels dicht met ijs, de vele duizenden smienten waren uitgeweken naar de aangrenzende en veel diepere Meeslouwerplas.
De juveniele roodkeelduiker (Gavia stellata - Red-throated Loon) verblijft nog steeds op de Zoetermeerse Plas. Een nogal ongebruikelijke pleisterplaats voor een kustvogel. Kenmerkend verschil met de daar eveneens zwemmende (en kleinere) futen: de schuin opgeheven snavel. Toegegeven, de foto's zijn verre van goed te noemen, maar ik schat (via de luchtfotoatlas) dat de vogel vanmiddag op zo'n 750 meter zat.
In Vogeldagboek van 27 juli 2005 noemde ik dit insect een glasvleugelspinnendoder. Een deskundige wees me er onlangs op dat het gaat om een niet in Nederland (en België?) voorkomende Isodontia mexicana (Grass-carrying Wasp). Dat is o.a. te zien aan de blauwe gloed op de vleugels en het langgesteelde achterlijf.
|
|
Deze koolmees (Parus major - Great Tit) uit Hoenderloo laat ik zien vanwege de grote zwarte vlek op de (onder)buik, dus een man.
Enkele malen kwam een groep kieviten aangevlogen maar toen ze zagen hoe 'hun' plas er bij lag, vlogen ze door. In de wakken en op het slik van de vogelplas o.a. veel slobeenden en wintertalingen. Geteld 41 bergeenden, 32 pijlstaarten (18 mannen), 6 brilduikers (2 mannen), 1 vrouw grote zaagbek, 2 zwarte ruiters, 6 watersnippen, 1 grote mantelmeeuw en in de struiken en bomen ten noorden van de plas 14 koperwieken en 15 kramsvogels.
Bij de Meeslouwerplas 2 roepende waterrallen, 3 mannen en 1 vrouw rosse stekelstaart en 1 man en 1 vrouw brilduiker. In de Geerpolder een gezin kleine zwaan met 2 ouders en 3 kleintjes, in de Meerpolder 29 kleine zwanen (25+4). In de Westbroekpolder een grote zilverreiger in een besneeuwd slootje.
*****
Recent verschenen: Winterslaap
|