Vandaag hoopte ik op een lichte dag om goede/betere foto's van de middelste jager te kunnen maken.
Maar het bleef somberen, met slechts een matige foto (Stercorarius pomarinus - Pomarine Jaeger)
van de vogel boven zijn vaste rustplaats: een hoop afval op het schelpeneiland.
Een jager heet niet voor niets jager.
Je ziet het niet direct aan de vogel af, maar het is een echte killer.
Lange snavel met haakpunt, poten met zwemvliezen en scherp gebogen nagels.
Normaal vliegen jagers op hun trektocht langs onze kust en zie je ze slechts in een flits.
Maar de Starrevaartjager, die niet weg te branden lijkt van zijn royaal gevulde tafel,
geeft ons een aardig kijkje in de aard van deze predatoren van de zee.
Voor de Amaliahut vielen woensdag twee nijlganzen (Alopochen aegyptiaca - Egyptian Goose)
twee andere nijlganzen aan. Het ging er kort maar heftig aantoe.
Vanmorgen weer eens wezen kijken, nu de massale toestroom van fotografen voorbij lijkt.
Toen ik in de hut kwam, hoorde ik dat hij op een jonge drieteenmeeuw had gejaagd.
Deze zeemeeuwtjes komen zelden in binnenwater voor,
op de Starrevaart was er tot vandaag nog maar een gemeld, in 1999.
Voor onze middelste jager (een zeer zeldzame: een adult in de donkere vorm)
vormen deze drietenen ongetwijfeld bekenden van de grote zeeën.
De jager zat op de slikplaat te eten van een meeuw.
Met onze telescopen konden Ko en ik vaststellen dat hij vrat van een adulte drieteenmeeuw:
de poten waren zwart, de geheel witte staart was aan het einde geheel recht.
Mogelijk had hij deze drieteenmeeuw eerder geslagen, zoals hij eerder kokmeeuwen had gepakt.
De vogel grijpt zijn prooien in de vlucht met zijn sterke nagels en hakt ze met zijn snavel dood.
Bij de visafslag in Scheveningen gisteren foto's van meeuwen gemaakt,
o.a. van deze twee grote mantelmeeuwen (Larus marinus - Greater Black-backed Gull; adult).
Ineens zie ik een jonge drieteenmeeuw vliegen, boven de buizen op de plas.
We (de vier vogelaars in de hut) volgen de meeuw die vrijwel recht over de jager heenvliegt.
Meteen is er grote paniek onder de vogels: de jager stijgt op en in no time heeft hij het meeuwtje te pakken.
Hij landt ermee in het water en eet hem het volgende uur helemaal op,
ook al drijft het karkas steeds verder naar de kant: de jager zwemt mee en pikt en zwemt en pikt...
Opvallend is het - al kan ik dat niet bewijzen - dat er weinig meeuwen meer op de Starrevaart zijn.
's Avonds ben ik er nooit maar zouden er nog zo veel duizenden overnachters zijn?
De kieviten gaan overdag nauwelijks meer op de slikplaat zitten maar zweven urenlang doelloos boven de plas.
Ook de juveniele slechtvalk is nog maar zelden op de vogelplas te zien.
Allemaal uit angst voor die onbekende, donkerbruine vogel met zijn angstaanjagende naam?
Ook een 2e winter grote mantelmeeuw (Larus marinus - Greater Black-backed Gull; 2e winter), geringd in Noorwegen.
Op de Starrevaart vandaag o.m. nog gezien:
dodaars 3, brilduiker 1 man 2 vrouw, buizerd 3, sperwer 1 man in riet langs oostka, bonte strandloper 2,
kemphaan 2, scholekster 27, kluut 1, wulp 170, goudplevier 150, witte kwikstaart 2 en waterpieper 2.
In De Wilck zaten de twee slechtvalken op de grond en op een boomstronk.
*****
Recensie: Handen schudden in The Gambia en dvd's van Han Bouwmeester