Op de hellingen van de Col de Gleize hoorde ik opvallend vaak het mij zo vertrouwde lied
van de veldleeuwerik, l'alouette des champs (Alauda arvensis - Eurasian Skylark).
Op de prachtige Col de Gleize, op tien minuutjes van onze camping Alpes Dauphiné in Gap,
hebben we heel wat uurtjes doorgebracht met het speuren naar vogels en vooral met het bekijken van de alpenflora.
De opvallendste planten vind je waar het smalle autopad eindigt en wandelroutes naar de omgeving zijn uitgezet.
Ook al heb ik er niet naar gezocht, je kon de hellingen boordevol vetplanten (of sempervivum; huislook; succulent),
gelardeerd met orchideeën en andere bloemen en aparte planten, gewoonweg niet missen.
Of waren het maar enkele soorten die zich in verschillende stadia van ontwikkeling bevonden?
Zonder bloemen schijnen deze vetplanten zelfs door deskundigen lastig te onderscheiden te zijn.
In elk geval (de foto hieronder) stond er veel Sempervivum calcareum.
Dat is een endemische (beperkt verspreidingsgebied) soort van de zuidwestelijke kalkalpen.
Door kweken is de plant in andere delen van de wereld bekend als tuinplant, met prachtige bloemen!
La joubarbe du calcaire. Huislook (Sempervivum calcareum - Houseleek). Van oorsprong uitsluitend in een klein alpengebied.
Ook veel voorkomend: Anthyllide des montagnes. Bergwondklaver (Anthyllis montana - Mountain Kidney-vetch).
*****
Recensie: De plantencode
De betekenis van kruiden, struiken en bomen in de Europese volkscultuur
