Man wintertaling (Anas crecca - Common Teal; male) in karakteristieke houding tijdens het zoeken van voedsel.
Een van de mooiste eenden is de wintertaling, vind ik.
Kleiner dan al onze andere eendensoorten, een kop met gedempte kastanjebruine en groenblauwe tinten,
een goudgele triangel op de onderstaart en daartussen een deftig grijs streepjespak. Prachtige combinatie!
Als de vleugels wat gespreid worden, of tijdens de vlucht, is een glanzend groene vleugelspiegel zichtbaar.
In oude vogelboeken wordt gesproken over grote aantallen winter- en zomertalingen.
Die tijd is allang voorbij, zeker zomertalingen zijn erg schaarse broedvogels geworden (ze overwinteren in Afrika).
Wintertalingen verblijven 's winters wel massaal in ons land. Meestal dobberen ze wat langs de kant,
maar als er ijs ligt, zie je soms honderden talinkjes op de rand staan, een heel leuk gezicht.
Volgens SOVON broeden er in ons land nog slechts zo'n 2000 à 2500 paar.
De voor- en achterkant van een talingkop.
Wintertalingen zijn schuwe vogels, die bij het minste geringste opvliegen.
Het is dan ook lastig ze te benaderen. Met veel geduld lukte me dat vorige week in een polderslootje.
*****
Recensie: Libellen van Europa