Een van de twee adulte groenpootruiters (Tringa nebularia – Greenshank; adult) in het Balijbos.
In het Balijbos in Pijnacker ligt tegen Zoetermeer een waterpartij, plasdras, De Scheg.
In deze tijd van het jaar met veel begroeiing is het water niet overal te zien.
Wel vanaf een kijkpunt waar een houten scherm met kijkgaten heeft gestaan (vernield)
en waar nu een onhandig ijzeren traliescherm de geest van deze tijd weerspiegelt.
Daar heb ik vandaag een paar uur in alle rust vertoefd. Tussen de vogels en de insecten.
Fotograferen door de tralies valt niet mee, bovendien is de afstand tot de slikjes te groot.
Althans, voor mijn 300mm-objectief, je hebt daar zwaarder geschut voor nodig.
Dat was jammer want er zaten 2 groenpootruiters, 6 witgatten, 5 juveniele grutto’s,
2 jonge tureluurs (1 was mank), er vlogen 5 oeverzwaluwen rond, en nog veel meer.
Er wordt regelmatig een roerdomp gemeld; volgens de beheerders was er een broedgeval.
Uiteraard nog even in De Wilck geweest; er vloog een juveniele purperreiger.
Witgatten (Tringa ochropus – Green Sandpiper) vlogen heen en weer door De Scheg.
Torenvalk (Falco tinnunculus – Kestrel) vrijdag op een hek langs de HSL.
Zwanenbloemen (Butomus umbellatus – Flowering-rush), de trots van de polders.
Vanwaar de naam? Ik heb me eens laten vertellen dat de stampers op zwanenhalzen lijken.
Deze juveniele knobbelzwaan (Cygnus olor – Mute Swan) is nog een ‘lelijk eendje’. Niet lang meer!
Nijlgans (Alopochen aegyptiaca – Egyptian Goose) probeert de KLM-zwanenlanding na te apen.